- 17 - 15 september 1983 VOORZITTER: De kwestie van de tekst, daar wil ik op zeggen dat zulke voorstellen nuttig zijn om later eens even zorgvuldig te bekijken en eventueel de verordening aan te passen, want om over een tekst - zoals u zegt - alle consequenties te overzien in een verordening en daarop meteen 'ja te zeggen, dan vereist de zorgvuldigheid dat we dat eerst eens goed bekijken en daar later op terugkomen. Wethouder OUDEMANS: Voorzitter, ik wilde het zo zien: ik heb er nota van genomen. Om daar nu inderdaad meteen 'ja' op te zeggen, dat gaat te ver, vandaar dat ik er ook niet op geantwoord heb, maar we komen er ongetwijfeld nog op terug. Heer VAN DEN BREEMER: Mijnheer de voorzitter, om meerdere redenen heeft het college onze fraktie niet kunnen overtuigen. Wat ik nog wil opmerken is het volgende: hoe deze verdergaande beperking en beknotting van de vrijheid van de burger is te rijmen voor de VVD, die deze vrijheid in hun naam juist zo hoog hebben staan? Of is dit maar een leuze, hier lijkt het op. Dit staat dan wel in schril contrast met de uitlating in het interview met de Gooi- en Eemlander van 30 augustus 1983, waarin de fraktievoorzitter van de VVD juist van het CDA. zegt dat je nooit weet waar je ermee aan toe bent. In dit geval zou je kunnen zeggen dat de VVD met boter op het hoofd loopt, zoals dit ook het geval is met de strekking van dat onderwerp van gesprek van het bewuste interview, temeer als je daarbij in aanmerking neemt wat het VVD-raadslid mevr. Nolen in het interview met de Gooi-en Eemlander van 23 augustus zegt, n.l.:"maar er zijn ook zoveel regeltjes, ik heb daar wel eens gewetensbezwaren over, dan denk ik: herzie dit toch eens, er bestaat zoveel onvrede bij de burgers", einde citaat. Ik zou willen zeggen tegen de VVD: ziedaar, zorg ervoor dat het niet nog erger wordt. VOORZITTER: Mag ik u even onderbreken, wilt u een beetje bij de stam blijven? Heer VAN DEN BREEMER: Nog één opmerking, mijnheer de voorzitter, en die is dan gericht aan de heer Van den Brakel, die bekend staat om zijn pleidooien voor de individuele burger als die wordt geconfronteerd met besluiten, verordeningen en bestemmingsplannen, die door de gemeenteraad zijn vastge steld. Nu wordt er weer een verordening vastgesteld, misschien dat u daar later weer een pleidooi voor kunt houden, als een burger zich erdoor belem merd voelt. Heer VAN DER KLINK: Voorzitter, ik kom nog even terug op uw opmerking. Ik heb de opmerking die ik zojuist geplaatst heb ook al eerder gemaakt in de commissie, maar ik heb helemaal niets teruggezien in de stukken. Vandaar dat ik er nu weer op terugkwam.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1983 | | pagina 322