- 39 - 15 september 1983 zet, met hun eigen voorzieningen met alle isolerende werking die daarvan uitgaat. Je moet ook bedenken dat het plan in eerste instantie kleiner was en dat het dan beter had gepast in de wijk, maar dat je op een gegeven moment voor de exploitatie overgaat tot een grotere opzet, betekent ook dat er een grotere druk van een bepaalde groep ineens op die wijk komt. Eigenlijk denk ik dat, als je gaat praten over hét voorzieningenpakket voor de bejaarde soester in die wijk, dat dat typisch zaken zijn die in een algemene behandeling in die commissie welzijn aan de orde behoren te komen, want wat gaat de Federatieve Raad voor extra taken uitoefenen, welke aktiviteiten gaan ze daarin uitoefenen, komt dat bij het algemene pakket, komt er minder in Honsbergen? Dat zijn allemaal dingen die ik toch wel zou willen weten. Wethouder KINGMA: Mijnheer de voorzitter, ik denk dat met name de toegankelijkheid van voorzieningen van belang is. Dat moet je niet zwart/wit bekijken, zoals een heleboel zaken, maar dat het feitelijk zo inderdaad is, dat je ideëel gezien kan zeggen: alle voorzieningen moeten voor iedereen toegankelijk zijn. Dat is juist, maar in de praktijk blijkt dat men daar niet allemaal zo over denkt - dan zeg ik het heel voorzichtig - en dat mensen zich ook niet laten dwingen in een heleboel opzichten, maar ook zelf kiezen. Het blijkt in de praktijk dat er toch een grote groep is van mensen - dan doet het er niet toe over welke groep je het hebt - die toch liever maar wat bij elkaar zit. Als we het nu over de ouderen hebben, dan zijn er diverse voorbeelden aan te geven, waarbij blijkt dat de leeftijdsgrenzen niet te strikt liggen, dat die niet begint bij 60 jaar maar dat daaronder ook degelijk ruimte is. Over het algemeen is het zo, dat heel verschillende, ongelijksoortige groepen elkaar slecht verdragen en dat dat enorme problemen kan geven. Ik denk dat je dan ondanks die ideële uitgangspunten, de realiteit niet uit het oog moet verliezen en met name het aspekt wat ik u genoemd heb van de ouder wordende bejaarde, die afhankelijker is van een aantal zaken, in het oog moet houden. U vraagt welke specifieke voorzieningen er dan zijn. Ik denk dat het typische van een dienstencentrum is, hoe klein van opzet het ook mag zijn, dat men zonder naar buiten te gaan een ontmoetingsruimte beschikbaar heeft, een sociaal gebeuren, het elkaar ontmoeten wat van groot belang is voor een groeiende groep bejaarden. Dat zal in de toekomst nog sterker worden. Ik garandeer u, dat als u het nu niet zou doen, u over tien jaar spijt als haren op uw hoofd heeft dat u het niet gedaan heeft. Overigens vind ik wel, dat ben ik op zich met u eens als u opmerkt dat een aantal aspekten

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1983 | | pagina 344