- 7 -
20 oktober 1983
Zaken op éém punt al bij voorbaat niet akkoord was, dat betreft de
C.A.I.-tarieven. Daar hebben wij 3,5% voorgesteld, maar het Ministerie
heeft de norm dat, wanneer het een bedrijf betreft dat exploitatiewinst
op jaarbasis maakt, wel 3% wordt toegestaan, maar absoluut niet meer.
Vandaar dat wij u nu voorstellen om dat tarief voor aansluiting op
de C.A.I. in plaats van 12,35 te verhogen tot 12,25. Dat betekent
dat er per maand 10 cent minder in het tarief kan worden opgenomen.
Ik heb daarover ook overleg gehad met de wethouder gasbedrijf en wij
zijn daarmee akkoord. Als u hiermee akkoord gaat hoeft er geen nieuw
raadsvoorstel te komen, dan wijzigen we dit voorstel zo.
Heer EBBERS: Voorzitter, ik begrijp het niet, we hebben toch nog
altijd wel een egalisatiefonds dat nog steeds negatief staat?
Wethouder MENNE: Dat is correct, het is zo, dat wij in moeten lopen op
het verlies van enige jaren geleden, maar dat wordt hierbij niet in
aanmerking genomen. Dat is een punt van overleg geweest tussen het
Ministerie en de gemeente Soest, maar het heeft het Ministerie niet
overtuigd. Per jaar wordt een exploitatiewinst in het gasbedrijf gemaakt
en dat hanteert men als criterium. Of er nog steeds een verlies van jaren
terug moet worden ingelopen - dat beloopt tussen de 250.000,=
en 300.000,= en daar lopen we dit jaar zo'n 60.000,= op in -
is geen reden genoeg om medewerking te krijgen van het Ministerie van
Economische Zaken.
De heer van Garderen is ingegaan op het vergelijken van gemeenten. De
consumentengids heeft ook vergelijkinscijfers gegeven, maar daarbij worden
eigenlijk verkeerde kolommen gehanteerd, de kolommen zijn qua kop verkeerd
ingevuld en men heeft zijn verontschuldigingen hiervoor aangeboden.
Zonodig kom ik daar in de commissie nog op terug, overigens vind ik dat
het vergelijken van gemeenten toch wel voetangels en klemmen heeft.
Als men kijkt wat er bedoeld wordt met een bepaald onderdeel van heffing,
tarief of belasting, dan geeft dat een indikatie als je die jaren achtereen
bekijkt. Het streven naar kostendekking hebben wij inderdaad in ons
collegeprogram, dus het uitgangspunt voor beleid, het lijsttrekkersoverleg
van 1982/1986 afgesproken. Wij streven daar ook naar. Kostendekking houdt
eigenlijk 100% kostendekking in, maar per regel, per soort tarief zijn daar
incidentele wijzigingen, zodat er moeilijk één lijn in te trekken is, zij
het dat wel naar een einddoel op langere termijn kan worden gewerkt. Daar
zullen wij in de commissie financiën zeker volgend jaar, misschien wel
bij de begrotingsbehandeling op terug komen. Vast staat op dit moment nog
niet welk tempo dan zo'n verschil van b.v. 55% naar 100% moet worden over
brugd.