7 maart 1983
Dat het College - ondanks alle sombere vooruitzichten - toch wegen tracht te
vinden om nieuw beleid aan te vatten, heeft onze volle instemming.
De op hfdst. 13 begrote bedragen achten wij een juiste benadering. Bij de
voorstellen, welke Uw College t.z.t. bij de Raad hoopt in te dienen, zullen
wij die voorstellen nader beoordelen.
En tot slot, Mijnheer de Voorzitter, nog één opmerking met betrekking tot
het financiële gedeelte. Het College heeft in de brief, die een toelichting
heet te zijn op de begroting, gewezen - en ik denk dat dit zeer terecht is -
op de mogelijke tegenvallers met betrekking tot de Rijksuitkeringen over de
eerstkomende jaren. Wij kunnen in dat opzicht niet voorzichtig genoeg zijn.
Oek wij zullen als gemeentebij nieuwe bezuinigingen ons deel moeten bijdragen.
Dat vereist een grote mate van voorzichtigheid bij het bepalen van ons beleid.
Vóór alles zullen we moeten uitgaan van een sluitende begroti ng, zoals in
het Collegeprogramma duidelijk is vastgelegd.
Onze grootste gemeentelijke dienst is de G.S.D. en het is triest dat te
moeten constateren. De "omzet" stijgt nog steeds en het voor rekening van
de gemeente komende deel evenredig. Dat zijn onvermijdbare uitgaven, waar
we geen enkele invloed op hebben, maar die we wel moeten doen.
Kortom, Mijnheer de Voorzitter, aan verdergaande bezuinigingen zal de komende
jaren niet zijn te ontkomen. Maar dat zal dan moeten geschieden op het totale
pakket van de gemeentelijke uitgaven. Dus niet eerst de middelen verruimen
door de burgers hogere lasten op te leggen, maar eerst de gemeentelijke huis
houding kritisch onder de loep nemen, dat is vastgelegd in het Collegeprogramma.
En dan de bestuurlijke kant van deze begrotingsmedaille. Ik zou daarover
heel kort kunnen zijn, door te verwijzen naar een artikel in het Utrechts
Nieuwsblad over de Soester Raad, maar dat zal ik niet doen. Wel wil ik
proberen aan te tonen waar, naar de mening van onze fraktie, de zwakke plekken
zitten, en hoe we die kunnen repareren. Het College heeft daartoe zelf al
een voorzet gegeven, door in een vroeg stadium de plannen aan de raadsfrakties
voor te leggen ter beoordeling. Een goed voorbeeld van hoe het niet moet,
was de vergadering van de commissie algemene bestuurszaken, waarin een deel
van de begroting werd behandeld. Het kan toch nooit de bedoeling zijn, dat
er in een commissievergadering besluiten genomen worden. De Raad is het
orgaan dat de uiteindelijke beslissing neemt en niet de commissies van advies
en bijstand. College en Raad dienen zich aan het Reglement \a n Orde te houden
d.w.z. dat een derde ronde over één onderwerp tot de hoge uitzonderingen dient
te blijven behoren. Als voorzitter van de Raad draagt U de eindverantwoorde
lijkheid voor het verloop der vergadering, maar het gaat mijn fraktie te ver,
moeten
als U in die hoedanigheid meent raadsleden het zwijgen op te leggen, omdat
ze iets naar voren brengen, wat in een commissievergadering gezegd had moeten
worden
- 10 -