7 maart 1983
Deze Raad heeft besloten dat de leden geen deel uit mogen maken van besturen
van te subsidiëren instellingen. Dit is terecht, de afweging tussen het
belang van de instelling en het algemeen belang kan strijdigheden geven.
De Sportstichting en een aantal andere instellingen vormden daarin tot nu
toe een uitzondering en meestal gaf dat geen problemen. De vraag is, of er
nu geen polarisatie dreigt te ontstaan tussen de Sportstichting en de Gemeente
Soest, die de problematiek rond dat gecombineerde lidmaatschap weer aktueel
maakt. Een tweede punt is, dat uit de opstelling van de Sportstichting en
het bestuur valt op te maken, dat de.gevraagde bezuinigingen afbouw van
voorzieningen inhoudt en dat het bestuur de verantwoordél ijkheid hiervoor
niet meent te kunnen dragen. De taak en de positie van de Sportstichting
zijn in het verleden regelmatig ter diskussie gesteld, ook in het College
programma komen een aantal zinsneden voor, met betrekking tot het funktiongren
van de Sportstichting. Het is derhalve belangrijk dat er snel duidelijkheid
ontstaat- en dan bedoel ik met"snel"uiterlijk 1 april 1983 - over de echte
bereidheid van de Sportstichting om de gevraagde bezuinigingen - hoe dan ook -
te realiseren en over de bereidheid om ook dan de bestuursverantwoordelijkheid
te dragen. Het is wat makkelijk om met de verantwoordelijkheden als bestuur
te schermen, maai wat zou er gebeuren als b.v. de Raad bij een eventuele
volgende korting van de regering maar op zou stappen, als ze dan de verantwoor
delijkheid voor het besturen van de gemeente maar niet meer zou accepteren?
Indien deze vragen aan de Sportstichting niet positief beantwoord worden, dan
moeten we over de positie en de taak van de Sportstichting maar eens zeer
serieus nadenken. De vraag is, of dit niet het moment is om de Sportstichting
maar op te heffen en te vervangen door b.v. een beheersinstituut voor de
gebouwen en de terreinen, een beleidsafdeling sportzaken, waar vanuit de
gemeentelijke verantwoordelijkheid het sportbeleid tot ontwikkeling kan
worden gebracht en een orgaan waarin de sportverenigingen hun inspraak, hun
meningen kwijt kunnen (te vergelijken met een gebruikersraad van de Borg of
een commissie welzijnsplanning) Een voordeel kan zijn ,dat een beheers
instituut de middelen kan krijgen om het onderhoud zo goedkoop mogelijk te
doen, zodat gemeentewerken daarmee in concurrentie is met anderen; dat is
een prima beheersinstrument vanuit een bestuurlijk standpunt gezien.
De laatste tijd hebben wij steeds vaker verzoeken gekregen om ontheffing i.v.m.
de zone -verordening hinderwet voor bedrijfjes van geringe omvang en van
ambachtelijke aard. Op grond van planologische overwegingen kan vaak geen
vrijstelling worden gegeven. Het gevoel bestaat vaak dat daarmee aan de
betrokkenen onrecht wordt gedaan; iedereen weet ook dat oude steden vaak
hun aantrekkelijkheid ontlenen aan de mengng van bedrijvigheid en wonen.
Als die ontheffing niet wordt verleend, betekent dat sluiting, aangezien de
voortzetting van de bedrijfsaktiviteiten op b.v. een industrieterrein voor
die bedrijfjes helemaal niet rendabel is. ""16