- 48 - 19 december 1983 algemene beschouwingen van vorig jaar, in maart van dit jaar gehouden en de raad is uitdrukkelijk accoord gegaan met die opstelling. Een tweede element dat we goed in de gaten moeten houden is, dat in het programma van uitgangspunten geen paragraaf opgenomen is over de verdeling van de bezuinigingen per sektor. Een derde punt: ook is niets opgenomen over het vervangingsbeleid en de continuïteit. Juist die punten, die op het ogenblik in diskussie zijn. Dat zijn in deze tijd - dat blijkt nu ook uit deze diskussie - zeer wezen lijke elementen, die niet kunnen ontbreken in het programma. We hebben in Soest een afspiegelingscollege. Dat is goed, alleen de spiegel, het programma waarin je je als hele raad kunt spiegelen, is onvolledig op dit moment. Er is sprake van losse stukjes en het zit nog niet goed in de lijst. Vaak worden nog de losse stukjes alleen bezien, zowel in het college, als in de raad. De complete spiegel moet er spoedig komen. We moeten erkennen dat er twee invalshoeken zijn, die steeds weer om voorrang strijden, in het college, maar ook vandaag in de algemene beschouwingen van versclillende van u. Aan de ene kant het investeren, het vervangen. Aan de andere kant de betaal baarheid door bezuinigingen. Het gaat nu om de synthese van deze twee en die is dringend nodig, ingebet in dat programma. Niet het accent op het één of teveel op het ander, nee, een goede, echte synthese. Zolang dat er niet is, is het mijn opvatting dat je kunt coördineren en stimuleren of corrigeren, maar dan loopt het niet. Wij vinden dus, dat die synthese tussen die twee zaken en die inbedding in het programma, een proces is. De komende maanden is dit zeer belangrijk. Er zijn verschillende elementen die dat proces in vullen, de notitie over het vervangings- en afschrijvingsbeleid is één, dat komt waarschijnlijk in februari; de evaluatie van het beleidsprogramma is twee, dat komt ook in februari; de besluitvorming over de sektorsgewijze bezuinigingen komt ook in februari. Dat zijn drie elementen die buitengewoon belangrijk zijn. Gaan wij door naar juni, dan is er de invulling daarvan en trapsgewijs samenlopend, al naar gelang de urgentie, de besluitvorming rond de strikt noodzakelijke vervangingsinvesteringen. Ik zie de zaak dus als een proces, dat in de komende maanden verder zijn vervolg moet hebben. Dit hele proces, mijnheer Verheus, houdt in feite politieke prioriteitsstelling in; iets wat u vraagt, en terecht. De homogeniteit waar u de nadruk bij legt in het college, zal hiermee ten zeerste worden gediend. Daar ben ik vast van overtuigd. Nu kunnen we elkaar wel gaan verwijten, maar wat kopen we daar nu mee? Is het niet beter te werken in opbouwende, eensgezinde sfeer als in de laatste AB.Z/financiën commissievergadering, waar een grote unanimiteit

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1983 | | pagina 471