- 52 -
19 december 1983
opgedragen aan het ambtelijk apparaat", einde citaat.
Het CDA is positief kritisch; dat is correct, niet weglopen. Wat landelijk
kan, moet ook plaatselijk kunnen. Soest blijft Soest, waar het goed vissen,
zwemmen, rekreëren, kamperen en nog meer zaken is. De opstelling van het
CDA voor wat betreft herschikking van taken, mag echter geen herhaling van
25 november worden. Dus, gegevens op tafel en niet als raad aan het college
de reden voor de besluiten gaan vragen. Het gaat ons echter daarbij wel iets
te ver om ook in de A.T.B.aanpak de vervulling voor ©lke vakature te laten
behandelen in de commissie personeel. Wij vinden dat we vertrouwen mogen
hebben in de verdere aanpak A.T.B. waar onder andere een formatieplaatsen
plan -of hoe je zoiets ook noemt - bijhoort en ik denk dat daarna de gewone
zaken met betrekking tot invullen personeel weer door B&W gedaan kunnen
worden. Een aparte opmerking moet gemaakt worden over de Sportstichting.
Wij hebben in onze eerste instantie niets gezegd over de Sportstichting, we
hebben even gewacht. De WD is niet getrouwd met de Sportstichting en we
hebben ook geen andere samenlevingsvorm daarmee. Het is echter één van de
weinige overlegvormen, waarin raad en gebruikers - burgers - samenwerken.
Een streven tot samenwerken dat vele partijen toch regelmatig noemen. De
stichting met de deelnemers adviseert en ze kunnen in een beperkte zin ook
zelfstandig werken als de begroting wordt goedgekeurd. Een andere opzet voor
de sport is in principe voor de WD niet onbespreekbaar, als maar naar een
aantal uitgangspunten wordt gekeken. Handhaving van het bestaande, al minimale
accommodatiebeleid, een nieuw beleid is er nog niet. Niet via een omweg
een forse lastenverzwaring op de verenigingen leggen, dat wordt meer gezegd
maar we moeten het ook waaripaken. Geen risiko's afwentelen op anderen en dan
denken wij aan onderhoud; als een andere opzet niet goedkoper is, dan moeten
we het laten zoals het is. Als we als raad een onderzoek willen doen, dan
kan dat best, maar wat willen we met dat onderzoek? Kijken of een voor-onder
stelling dat de Sportstichting als kostenfaktor te elimineren is, of wil men
een werkelijk inzicht in de meest economische opzet voor de sport? En als dat
via een Sportstichting is, wil men dan eens overgaan op een ander verhaal9
Eveneens moeten wij er niet aan denken dat allerlei kosten, die de sport
moeten worden toegerekend, in allerlei andere hoofdstukken weer moeten worden
opgevoerd. Daar voelen wij niets voor. Vandaar dan ook dat het laatste in
de antwoorden van het college, het meenemen van de hele
sportproblematiek met betrekking tot de struktuur naar het A.T.B. door ons
als een juiste conclusie wordt gezien. Bij de hoofdstuksgewijze behandeling
zullen wij gebruik maken van de mogelijkheid dat één van onze leden deel
neemt aan het besturen van de Sportstichting.
Heer VERHEUS: Ik zal trachten zo min mogelijk tijd te gebruiken en toch zo