- 61-
19 december 1983
werden. Ik heb in de beantwoording van de vragen gerefereerd aan bezuini
gingen waarvan de raad op 25 november heeft besloten dat ze doorwerken in
1984 en volgende jaren.(blz. 38 van de notulen) Voor Artishock was voor
1983 58.200,= voor 1984 121.400,= vastgesteld, als u in de begroting
kijkt, vindt u dat Artishock die doorwerking voor 1984 heeft gerealiseerd.
Stichting Jongerencentrum: 8.000,= in 1983, 16.000,= in 1984, in de
begroting: gerealiseerd! Overigens, bij Artishook staat een indikatieve
bezuiniging voor 1984 van 121.400,=, die is niet doorgewerkt, maar dat is
ook het antwoord op mijn vraag geweest in november. Peuterspeelzalen:
10.000,= in 1983, 20.000,= in 1984. Sportstichting: 100.000,= in 1983
200.000,= in 1984 en een indikatieve bezuiniging voor 1985 van 100.000,=
Dus op grond van het antwoord van het college, dat de indikatieve bezuini
gingen niet vastgesteld waren, betekent het dat nu door de Sportstichting
dus niet is vastgesteld dat ze in 1985 nog aanvullend een extra ton moeten
inleveren. Dat zou een juist citaat geweest zijn van mijn antwoord in de
raadsvergadering van november en ik zou de wethouder in overweging willen
geven, daar nog eens over te denken en er in een volgende instantie nog
op in te gaan.
Het is natuurlijk juist, dat het niet in het lijsttrekkersoverleg staat wat
hier voorgesteld is, om te onderzoeken of de Sportstichting niet opgeheven
kan worden, c.q. dit ook te doen.Maar uit die beantwoording - waarvan ik
weer uitga, dat het een beantwoording is namens het college - zou men
kunnen proeven, dat het college vindt dat wat niet in het lijsttrekkers-
overleg is afgesproken, dan ook niet behoeft te gebeuren. Misschien dat
alles wat dan wel in het lijsttrekkersoverleg is afgesproken dan ook wel
gebeurt.Dat lijkt mij naast de realiteit te staan, dus ik zou daar graag
een toelichting op willen, op dat collegestandpunt.
Verder merk ik op dat wethouder Plomp zegt dat het op dit moment helemaal
niet ter diskussie staat, omdat het niet in de afspraken die aan dit college
ten grondslag liggen is opgenomen. Hij heeft het min of meer van de hand
gewezen. De voorzitter daarentegen, heeft gezegd: dat is iets wat we in
het A.T.B. overleg bespreken. Ik zou graag geïnformeerd willen worden over
het enig ware collegestandpunt op dit gebied.
Tenslotte heb ik toch wel ernstige problemen met de manier, waarop zo
polariserend wordt geantwoord en met modder gegooid wordt naar mijn fraktie-
genoot Van den Brakel. Hij zou degene zijn, die de cijfers mee had moeten
nemen. Ik denk dat dat volstrekt onjuist is. Datgene wat de raad vaststelt,
daarvoor is de portefeuillehouder met de volledige dagtaak -tevens voorzitter
van de Sportstichting - de eerst aangewezene om te zorgen dat dat in orde