7 maart 1983
Milieuzorg: De vaak alarmerende berichten uit ons land over bodemverontreinigingen
vervullen ons met zorg. Ook hier geldt de opdracht, dat de we de aarde moeten
bewaren. Een adequaat beleid en toezicht op het schoon en in stand houden van
onze gemeente is beslist noodzakelijk. Een goed leefmilieu is onmisbaar, ook
de woonomgeving. De hinderwet geeft vele regels om dit te beschermen. We kunnen
ons echter niet aan de indruk onttrekken, dat we met regels alles willen
veilig stellen en het op den duur een onleefbare situatie wordt.
Welzijnszorg: Iedere burger heeft juist op dit terrein een grote verantwoordelijk
heid. Door de huidige welzijnszorg is- deze eigen verantwoordelijkheid aan het
afbrokkelen in plaats van dat deze gestimuleerd wordt. Door de afgelopen
bezuinigingsronde is de verantwoordelijkheid van de burger weer aangescherpt.
Ook de gemeentelijke overheid heeft haar verantwoordelijkheid. Door een goede
samenwerking en duidelijke uitspraken over verantwoordelijkheden tussen
gemeentebestuur en burgers kan er een positief welzijnsbeleid gevoerd worden
in gebondenheid aan de normen van Gods Woord.
Mijnheer de voorzitter, de begroting 1983 is sluitend en 0,28% lager dan 1982.
Dit heeft veel tijd en inspanning gekost. Ook heeft het teleurstelling gegeven
en dan noemen we b.v. de kinderboerderij die steeds goedkeuring op haar beleid
heeft gekregen en nu ineens niet meer. Een geleidelijke afbouwing was ons
insziens een acceptabeler weg geweest.
Mijnheer de voorzitter, op 20 december 1978 is door de Eaad het "reglement
van orde voor de vergaderingen van de Raad der gemeente Soest" opnieuw
vastgesteld. In dit nu nog geldende reglement is toen niet meer opgenomen
dat de raadsvergaderingen begonnen worden met het uitspreken van een ambtsgebed
door de voorzitter. Dit wordt door ons diep betreurd, omdat het van essentieel
belang is, dat het gemeentebestuur, als dienaresse Gods, haar taak met Gods
hulp wenst uit te voeren. We hebben de volle vrijmoedigheid om de herinvoering
van het ambtsgebed voor te stellen. Het valt ons op, dat velen van de Raad vaak
uitspraken citeren, welke ontleend zijn aan de Bijbel. Dit bevestigt over
duidelijk onze verbondenheid aan de Bijbel. Daarom willen we een dringend beroep
doen op de gehele Raad om de volgende motie te ondersteunen:
"De Raad van de gemeente Soest, in vergadering bijeen op 7 maart 1983
overwegende dat het wenselijk is om de raadsvergaderingen aan te vangen met
een ambtsgebed;
dat het "reglement van orde voor de vergaderingen van de Raad der gemeente
Soest" daarin niet voorziet;
spreekt uit, dat het "reglement van orde voor de vergaderingen van de Raad
der gemeente Soest" in die zin wordt aangepast;
verzoekt het College een daartoe strekkend voorstel in te dienen
en gaat over tot de orde van de dag."
Mijnheer de voorzitter, tenslotte willen wij u als burgemeester en voorzitter
- 30 -