9 maart 1983
De raad ging daar prompt mee accoord, dat wil zeggen, de meerderheid van
deze raad. Tk denk dat, als je gewoon volgens de spelregels een motie
indient, en die wordt voldoende ondersteund, dat je toch minstens mag
verwachten dat die motie dan ook in stemming wordt gebracht. Ik vind dat
een beknotting van jewelste, waarop ik dus nu zou willen voorstellen
om dat besluit terug te draaien en alsnog die motie in stemming te brengen.
VOORZTTTER: Even voor de goede orde: ik denk toch dat er een misverstand
op dit punt is. De eerste situatie was deze: U heeft de motie op tafel
gelegd, daarvan heb ik gevraagd of die voldoende werd ondersteund. Dat was
zo, dus het maakte deel uit van de beraadslaging. Terecht komt dan in de
beantwoording op de inhoudelijke kant van de zaak het college terug.
Het College heeft toen gezegd: het intrekken van een rijksregeling
Oh, u heeft het over de motie? Die wilt u nu nog een keer in stemming
brengen? Die motie hebben we toch afgehandeld?
Heer VISSER: Tk kan mij voorstellen dat u in verwarring raakt. Tk had ook
voorgesteld om het uit te stellen tot vandaag, maar de sportmensen krijgen
wat dat betreft meer hun zin dan een raadslid. Ik had graag gewild dat
vandaag de motie in stemming werd gebracht. Het gaat mij nu om de procedure
die gevolgd is maandag, dat je volgens de regels van het reglement een
motie indient en dat u de grote frakties zover krijgt,-u windt ze om uw
vinger, dat is waar- dat het helemaal niet in behandeling wordt genomen.
Ik vind dat ondemokratisch
VOORZITTER: Er was een misverstand van mijn kant, ik begrijp nu dat u het
over de kernwapenmotie heeft. Ik heb aan de raad gevraagd: raa'd wat willen
we? Willen we aan het eind van de avond dat deel afronden door erover te
spreken? De raad meende toen dat dat afgerond moest worden door een stand
punt daarover in te nemen. Toen kwam de officiële procedure aan de orde,
de officiële procedure bij dit soort zaken is de tweeledige behandeling:
eerst vragen of er inhoudelijk over gesproken gaat worden. Die vraag is
door de raad negatief beantwoord en daar kwam derhalve het vervolg van
die zaak, n.l.de inhoudelijke bespreking van uw motie dus niet meer
aan de orde. Dat is de procedure die wij hebben afgesproken bij dat soort
behandelingen. Daar heeft de raad zich toen over uitgesproken en dat is zo
beslist bij overgrote meerderheid. Dan vind ik niet dat u nu in derde
instantie, want dat is het in feite, er nog op moet doorgaan.
Heer VISSER: Dat is ondemokratisch doordrammen, mijnheer de voorzitter,
VOORZITTERTk kan u er geen gelegenheid voor geven. U was zelf ook één van
de grote voorstanders van twee instanties en ik vind dit een derde instantie
over een zaak die al besloten is.Zijn we het als raad daarmee eens?
Wie ondersteunt eigenlijk het voorstel van de heer Visser?
- 3 -
vi* ©d©s