- 19 - 26 april 1984 Dan hebben we helemaal geen investeringslijst nodig, dan komt de dekking zonder meer uit de Sportstichting. Heer VERHEUS: Maar ik heb een voorwaarde gesteld, in juni zei ik erbij. Wethouder MENNE: Ik wil toch nog even één ding vragen, voor alle duide lijkheid. Ik ben er als wethouder financiën wel benieuwd naar of de gelden voor 1985 en volgende jaren - 1984 is gedekt - een extra bezuiniging betekenen voor de Sportstichting, als dit besluit in deze vorm een meerderheid haalt? Heer JACOBS: U vraagt naar de bekende weg. Ik heb u gezegd dat de gelden in eerste aanleg ergens vandaan zal moeten komen. U vroeg mij waar dan vandaan, toen zei ik: uit de Sportstichting. Of dat nu extra is of niet, het komt uit de Sportstichting en daar zal ik mij hard voor maken. Wethouder MENNE: We zitten op dit moment dus in deze orde: we hebben een bedrag voor 1984 voor de Sportstichting. Voor 1985 is dat eenzelfde bedrag minus de bezuinigingen. Binnen dat bedrag dient voor 1985 en volgende jaren de tribune betaald te worden? Wethouder PLOMP: Mijnheer de voorzitter, ik maak ernstige bezwaren tegen deze wijze van opereren van mijn collega. Het is toch niet het gebruik dat men aan de raad vragen gaat stellen, die we in het college aan elkaar moeten stellen? Ik denk dat dit niet kan. VOORZITTER: Ik neem aan dat heer Menne zijn betoog afgerond heeft. Wethouder MENNE: Ik heb hier toch bezwaar tegen. Er wordt aan de orde gesteld de wijze van dekking en ik ga daar op deze wijze op in, tenzij het iedereen duidelijk is. Mij is het niet duidelijk op dit moment. VOORZITTER: Ik moet toch langzamerhand afronden, want we hebben in deze raad de gewoonte, en dat is een goede gewoonte, om in principe in twee instanties te spreken. We zijn nu aan de derde, zo niet de vierde bezig en ik denk dat het nu voldoende is. Als er nu vragen gesteld worden van onze kant uit naar de raad toe, dan lokt dat weer een volgende ronde uit en ik denk dat we dan wat te ver gaan. Hoewel ik wel 'pegrip heb voor de opmerking van de heer Bolhuis, geloof ik toch dat de suggestie van de heer Jacobs maar moet worden gevolgd, dat hij na afloop van de besluit vorming nog eens daarover praat met de heer Menne. Heer BOLHUIS: Dus we moeten nu een besluit nemen en na afloop overtuigt de heer Jacobs de wethouder dat hij het bij het rechte eind heeft. Dat kan toch echt niet. VOORZITTER: Nu gaat u toch in vijfde instantie spreken, mijnheer Bolhuis en ik wil nu echt tot een afronding komen. Ik denk dat de kaarten voldoende

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1984 | | pagina 104