- 9 -
26 januari 1984
VOORZITTER: Mijnheer Visser, ik ga u onderbreken, ik vind dit buiten de
orde gaan. We hebben het hier over de regio-indeling en niet over de
kerkgang van de heer Blom.
Ik constateer dat er verder geen andere leden van de raad zijn die over
dit onderwerp willen spreken. Het ligt in de bedoeling -en ik begrijp dat
de overgrote meerderheid van de raad dat ook wenst- dat een brief, conform
het voorstel, naar de Provincie zal worden gestuurd. Ik ben het eens met
de heer Bolhuis, als hij zegt dat er nu echt wel eens zaken gedaan moeten
worden, het moet nu maar eens duidelijk worden. We kunnen nu niet weer
eindeloos wachten. Als het gaat om de reaktie-termijn ben ik blij dat de
Provincie ons de gelegenheid geeft, middels haar nota, om de zaak in
diskussie te nemen alvorens de Provincie een defintief standpunt inneemt.
Het is jammer, mijnheer Pothuizen dat u gisteravond niet in de Gewestraad
was, want er heeft zich daar een buitengewoon interessante diskussie
voorgedaan over dit onderwerp, waarbij de gemeenten in Eemland zich in
feite achter het Soester standpunt hebben gesteld en scherper en
duidelijker hebben geformuleerd hoe ze er in feite over denken. Het uit
gangspunt is niet vrij abstrakte begrippen als regio, sub-regio, hoofd
regio, maar samenwerkingsgebieden zoals die historisch de laatste jaren
zijn gegroeid op basis van de samenhang die er in een bepaald gebied is.
Daar gaat het om en van daaruit werk je weer samen met andere samenwerkings
gebieden en uiteindelijk in provinciaal verband. Het is van onderaf opgebouwd
inderdaad, mijnheer Blom, vanuit een feitelijk gegroeide situatie, uiteraard
met een schuin oog naar de taken, maar niet vanuit een wetenschappelijk
oogpunt begonnen, dat wetenschappelijk oogmerk als hoofddoel van een
bestuurlijke organisatie. Dat is misschien wel de reden geweest, waarom
men twaalf jaar heeft gediskussieerd. Als men begonnen was met de feitelijk
gegroeide samenwerking, dan was het naar mijn mening heel wat sneller gegaan.
Ik geloof dat we nu eindelijk op de goede weg zijn, mits de Provincie inder
daad haar koers wat aanpast en probeert wat meer recht te doen aan die
historisch gegroeide samenwerkingen, zoals die er op het ogenblik in ons
gebied is. Ik hoop dat de Provincie ook in haar samenwerking met de andere
Provincies - en dan denk ik natuurlijk met name aan Gelderland - een goede
oplossing zal vinden. Dat moet er natuurlijk wel zijn als we weten dat
met name Hoevelaken en Nijkerk zich wat anders opstellen. Ik heb er vertrouwen
in dat die diskussie tot resultaten leidt.Als u weet dat de Provincie zeer
doelbewust onze mening heeft gevraagd en uit zeer vele gemeenten geluiden
als het onze naar voren worden gebracht, dan denk ik dat de Provincie niet
of heel moeilijk om die geluiden heen kan. Ik stel dus voor aan de raad
om in de geest te antwoorden, zoals wij hebben voorgesteld. Mocht de heer