- 3 -
21 juni 1984
partijen was 363.000,= Als het college dus slechts 83% van zijn eigen
welzijnsvoorstellen behaald zou hebben, zou dat voor de PvdA en D'66 wel
tot tevredenheid kunnen steramen. Echter, er is nog meer gezegd in die
februari-raad. De heer Pothuizen heeft gezegd, dat de kwaliteit van de
portefeuillehouders zou worden gemeten aan de hand van de door hun bereikte
taakstellingen. Wij veronderstellen dat de heer Pothuizen consequent is.
Hij kan die kwaliteit meten, in het algemeen en ook in het bijzonder.
Weloverwogen bezuinigingen aanbrengen vraagt tijd. Februari vorig jaar
begonnen, omdat wij geen herhaling wilden van november 1982 geeft al aan
dat wel heel ruim van tevoren bekend was waar wij naar toe zouden moeten.
Gisteren voorstellen doen en vandaag denken dat in uitvoering kan komen,
dat lukt niet en wij willen dan ook de nu voorliggende voorstellen -omdat
hap-snapbeleid niet kan - baseren op het ruimere kader vanaf februari '83.
Februari 1984 werd besloten om bezuinigingen voor te stellen tot een
bedrag van totaal 3,3 miljoen gulden. Nu, juni 1984, moeten wij tot onze
spijt vaststellen dat die opdracht bij lange na niet is bereikt, niet uit
gevoerd. Daarbij mag ook niet vergeten worden, dat het doel was om
te bezuinigen en niet om via lastenverhogingen en andere inkomstenvermeer
deringen te zoeken naar een sluitend evenwicht, een sluitende begroting.
Pas na het afwerken van een bezuinigingspakket kun je bezien wat je nog
tekort zou komen. Van de opdracht tot bezuinigen is helaas op dit moment
nauwelijks nog de helft gehaald, althans nü als voorstel tot ons gekomen.
Het grootste gat, qua bedrag, maar ook in verhouding tot overige sektoren,
is gevallen bij,algemeen gezegd,de sektor welzijn, daarin weer beperkt
tot sociaal-cultureel werk en de maatschappelijke dienstverlening. Het
college biedt nu 0% aan bezuinigingen. Op dat nul-resultaat wil mijn
fraktie nu al reeds ingaan. Daar hebben wij lang over nagedacht, het hoefde
nog niet, want er lag geen voorstel, maar omdat ons de laatste dagen via
de pers duidelijk is geworden dat er een grote onduidelijkheid wordt ge
schapen door de wethouder van welzijn zelf, willen wij er nu wel een aantal
dingen over zeggen. Hijzelf zou juist in staat moeten zijn om precies aan
te geven hoe het werkelijk zit met dat resultaat. Wellicht is hij echter
het overzicht van zijn werkzaamheden kwijt, hebben wij hem teveel taken
op zijn bordje gelegd. Opmerking vooraf, dan ga ik in drie hoofdstukjes
door: in februari dit jaar was al bekend, als je alle stukken van de ATB-
procedure doorleest, dat er toen al gewaarschuwd werd dat een aantal zaken
door elkaar zouden lopen en niet tot resultaten zouden leiden. Toen was het
ook -naar wij aannemen - de wethouder bekend. Wat speelde door elkaar en
wordt nu te pas en te onpas gebruikt? Drie zaken: