- 10 -
21 juni 1984
alleen maar konden worden bereikt dankzij de loyale medewerking van alle
betrokkenen, ambtenaren niet in het minst.Aan de andere kant zijn er een
paar ontwikkelingen die ons zorgen baren en op grond waarvan wij denken
dat we wel eens van de goede weg af zouden kunnen gaan. Dat is toch weer
het risico dat we nu niet die besluiten nemen die we zouden moeten nemen.
Het eerste punt is de dreigende Loskoppeling van investeringen en bezuinigin
gen. U heeft daartoe een voorstel gedaan, ik vermoed op grond van de reakties
in de commissie financiën. Wij zijn daar zeker geen voorstander van. Wij zijn
van mening dat nu aangegeven moet worden door de raad welke investeringen
niet aanvaardbaar zijn. De raad kan uiteraard niet aangeven welke wel aan
vaardbaar zijn, maar minstens aangeven waarvan het de moeite waard is dat
binnen het ambtelijk apparaat aan de uitwerking van voorstellen wordt gewerkt.
De redenen daarvoor hebben wij eerder aangegeven, het heeft geen zin om
voorstellen uit te gaan werken, die t.z.t. toch niet in de raad aan de orde
zullen komen. Het tveede punt is met betrekking tot de voorstellen voor het
welzijn. Wij betreuren het bijzonder dat die zijn ingetrokken, niet zozeer
omdat er ook binnen onze fraktie geen kritische kanttekeningen bij bepaalde
elementen te plaatsen zouden zijn, maar vanwege het feit, dat vanuit het
college in eerste instantie die voorstellen naar het welzijn zijn gebracht,
daar in diskussie zijn gebracht, daaruit zijn positieve reakties ontvangen
die naar onze mening aanleiding zouden zijn - met uiteraard de nodige bij
stellingen- te kijken wat hiervan gerealiseerd kon worden. Door het voorstel
totaal terug te nemen plaatst u zowel de ambtenaren die daaraan meegewerkt
hebben, als ook het welzijnsveld toch wel voor een erg vervelend blok. De
reaktie van de commissie welzijnsplanning, waar men nu autonoom een aantal
zaken verder ter hand genomen heeft, is daar een voorbeeld van. Met betrekking
tot het eerste punt spreekt de brief van de Medezeggenschapscommissie,
dachten wij, voor zichzelf, ook daar is het begrijpelijk dat het ambtelijk
apparaat teleurgesteld reageert op het drastisch wijzigen van het eerder
voorgespiegelde, door nu de investeringen los te koppelen van de bezuinigingen.
Wij vinden het met betrekking tot de gang van zaken rond de commissie wel
zijnsplanning jammer, dat u onze vragen die wij daarover schriftelijk gesteld
hebben niet heeft beantwoord. Wij maken ons ook wat zorgen over uw stelling-
name dat de brieven die vanuit het college zijn geschreven, niet volledig
worden onderschreven door het college. Ik kan mij voorstellen dat op vele
plaatsen in de gemeente de vraag zal worden gesteld wat in het algemeen de
betekenis is van brieven die vanuit B&W worden verzonden. Ik kan mij wel
voorstellen dat men terugkomt op een eerder ingenomen standpunt, maar te
zeggen dat een brief vanuit het college qua inhoud niet volledig wordt