- 25 -
21 juni 1984
sektor welzijn te komen. Dat op zich lijkt mij al een antwoord op een aantal
van uw opmerkingen. Ik wil u toch wat vervelen met een aantal data om toch
te pogen u nog eens een chronologisch inzicht te geven in de gang van zaken
in de hoop dat u dan in redelijke mate een antwoord heeft gekregen op de
opmerkingen die in zijn algemeenheid gemaakt zijn. Ik denk dat ik dan moet
beginnen met het moment waarop in het college is gesproken over de conse
quenties die het besluit van de Raad van State rond de Kinderboerderij zou
moeten hebben. Eén van de conclusies die daar toen getrokken zijn eind
september, is dat er een integraal concept welzijnsbeleidsplan gemaakt zou
moeten worden. Dat heeft geleid tot de zogenaamde "nadere uitwerking van
de notitie inzake het gevoerde welzijnsbeleid" en dat was een uitwerking
van een notitie van driekwart jaar daarvoor, voorjaar 1983. Een nieuw
element daarin was het herordeningsverhaalDe behandelingsprocedure van
dat voorstel werd later, begin februari, ingepast in de procedure rond de
ATB. Op 18 januari heeft het college de eerste notitie beschikbaar gekregen.
Op 31 januari is er voor het eerst in B&W over die notitie gesproken. Op
7 februari is er besloten om het verhaal namens B&W de deur uit te laten
gaan. Er zijn in de commissievergadering van 27 februari van a.b.z. in de
rondevraag een aantal opmerkingen geplaatst omtrent een en ander. Het
college heeft zich daar toen over beraden en het gevolg daarvan was, dat op
6 maart het college besloot een brief de deur uit te laten gaan, de voor u
bekende brief van 8 maart. Die brief is niet in het college besproken, dat
was niet nodig, omdat iedereen hem onmiddellijk voor accoord verklaarde.
Het is toch van belang een aantal punten uit die brief nog eens naar voren
te halen, de brief die namens het college aan uw raad is geschreven. Eén
van de punten was de keuze-problematiek waarvoor het college en de raad
gesteld zou worden. Het kiezen voor het herordenen van het welzijnsvoor
zieningenpakket of het kiezen voor wat wel eens het "snij-scenario" wordt
genoemd, of een andere mogelijkheid: het totaal stopzetten van subsidiëring
aan één of meer instellingen. Het college concludeerde-in een ander punt,
dat. aangezien zij de verantwoordelijkheid had ervoor zorg te dragen dat
alle burgers en wijken zo gelijk mogelijk worden behandeld en gelet op de
eerder vermelde beleidsuitgangspunten, zoals we die met elkaar hebben afge
sproken voor deze raadsperiode, er gekozen is voor het belang van de burgers
c.q. wijken in plaats van voor de belangen van de instellingen. Een keuze
voor herordening. Daarmee constateerde het college tegelijkertijd dat het
bestaan van aanwezige instellingen inderdaad ter diskussie stond. Een ander
punt was, en dat slaat terug op de conclusies die uit de uitspraak van de
Raad van State moesten worden gehaald, dat het opstellen van zo n totaal