- 27 -
21 juni 1984
zich deze opsomming van data en gegevens die bij die data horen u een
redelijk inzicht geeft in hoe een en ander tot nog toe verlopen is en tege
lijkertijd begrijpt u dan de problemen die er zijn om na 29 mei op
zo'n korte termijn met een nieuw voorstel te komen.
Er is gevraagd wat de aard van dat nieuwe voorstel voor de raad van oktober
zou kunnen zijn. Ik denk dat, gezien de voorbereidingstijd die het vorige
voorstel heeft gekost en tegelijkertijd u wijzend op een aantal elementen
uit de verschillende voorstellen en de opmerkingen die er niet alleen van
uw kant, maar ook van de kant van de instellingen zijn gemaakt, er op zich
duidelijk reden is om, op basis van een aantal belangrijke elementen uit de
gegevens die we op dit moment hebben, te pogen te komen tot een onderbouwd
voorstel dat uw goedkeuring kan wegdragen, ik denk dat u kunt lezen uit het
voorstel dat nu voor u ligt namens het college gedaan, dat het college van
mening is dat dat mogelijk is. Voor wat betreft de Borg, een heel specifieke
zaak, mag ik u wel vertellen dat het college besloten heeft, op basis van
gegevens die ons uit gesprekken e.d. hebben bereikt, tot het instellen van
een werkgroep die niet alleen bestaat uit gemeente-vertegenwoordiging, maar
ook uit het bestuur van de Borg en uit het bestuur van de Stichting Artishock
Wij willen komen tot een aantal modellen, waar het ArtishocklBorg-model er
één van is, maar tegelijkertijd de mogelijkheden van verkoop daartoe ook
laten behoren. U mag verwachten dat gelijk met het voorstel in oktober u
daarover nader geïnformeerd zal kunnen worden. Ik hoop dat ik u hiermee
voldoende antwoord heb gegeven op de vragen die u gesteld heeft, mocht dat
niet zo zijn dan hoor ik dat denk ik wel.
Van de kant van de VVD is met name gezegd dat de wethouder zich zou kunnen
laten bijstaan door idee'ên van raadsleden. Ook in de commissievergaderingen
heb ik meermalen gezegd, zelfs in de laatste nog, dat ik graag mijn profijt
doe met al die concrete voorstellen die raadsleden ook kunnen doen.
Wethouder PLOMP: In deze instantie zal ik niet reageren, voorzitter.
Wethouder OUDEMANS: Voorzitter, een paar kleine opmerkingen, met name in de
richting van de heer Verheus die ten aanzien van de commissie milieubeheer
eigenlijk heeft voorgesteld om deze commissie niet in de huidige vorm te
laten voortbestaan, maar daar een commissie ad hoe van te maken. Een commis
sie ad hoe heeft toch wel een andere funktie dan de funktie zoals d'e thans
regulier bestaat. Het college handhaaft zijn voorstel om de commissie
milieubeheer in de huidige vorm, dus niet als commissie ad hoe, te continue
ren. Dan een opmerking met betrekking tot de reorganisatieplannen van
gemeentewerken, het mag verondersteld bekend zijn dat ook in eerdere
vergaderingen van de commissie bedrijven reeds is gezegd dat het reorganisa-