47
21 juni 1984
heeft om dat open te houden, om die elementen weer in te kunnen brengen
Van onze kant is daar ook geen enkel bezwaar tegen, dat moet kunnen. Het
gaat nu even om de formele kant van de zaak, wat doen we met het voorstel
als zodanig? Over het voorstel als zodanig kunnen wij op dit moment formeel
zeggen dat het afgehandeld is, maar de ideeën en de punten die er in zitten
kunt u in een volgende fase weer inbrengen als ze ter zake zijn, daar heeft
dan niemand bezwaar tegen.
Heer VAN GARDEREN: Ik zou er haast mee accoord gaan, maar ik ben bang dat
het dan toch verwatert en dat het dan blijft liggen
VOORZITTER: Het voorstel ligt er en ik heb ook uit de raad geen enkele
opmerking gehoord dat het voorstel moet worden teruggenomen door het college.
Het is hoogstens dat de elementen die er in zitten en waar u graag nog eens
op terug wil komen, met het commentaar van B&.W er dan weer op, overeind
moeten blijven. Dat zeggen we toe.
Wethouder MENNE: Ik kan mij de vraag wel indenken. Het voorstel lag hier
aanvankelijk met de bedoeling om op de bezuinigingen betrekking te hebben.
De bezuinigingen worden nu gekapt in een eerste fase, een tweede fase in
oktober enz. Is het niet goed, mijnheer Van Garderen om hiermee accoord
te gaan als wij u tevens toezeggen dat bij de behandeling van de bezuini
gingen in een volgende fase in de commissie financiën deze nota daarbij
wordt meegenomen, zowel in de commissie financiën als door het college
bij het opstellen van het voorstel in de tweede fase?
Heer VERHEUS: Voorzitter, dan zou ik zeggen dat de heer Van Garderen
gelijk heeft als hij vraagt om het aan te houden. Ik vond uw visie die
u namens het college gaf, naar de heer Van Garderen toe toch wel wat zwak.
Je kunt daar alle kanten dan mee op. Er is straks op mijn vraag ook al ge
zegd dat het betrokken zou worden. Dan kan het aangehouden worden en inte
graal betrokken bij de hele bezuinigingsoperatie.
VOORZITTER: Laten we dat doen, dat lijkt mij dan verstandig.
Het voorstel wordt aangehouden.
De vergadering wordt gesloten om 23.00 uur.
Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Soest
van 16 augustus 1984,