- 9 - 20 september 1984 zal dus wellicht het begrip voor de noodzaak van het moeten uitkiezen en laten afvallen door de raad ook wat bevorderen. Voeg je bij deze overwe gingen dat via dit programma de raad aan het college duidelijk kan maken welke investeringen nu echt niet op instemming hoeven te rekenen, voeg je daarbij dat zo'n programma onverlet laat de vrijheid van elk raadslid om ieder voorstel op zijn eigen merites te beoordelen, en dat het net zo onverlet laat de mogelijkheid om plotseling noodzakelijke kredietaanvragen ter diskussie te stellen, ook al zullen dan aan de motivering zware eisen gesteld worden, dan moet je dus concluderen dat het goed is om zo'n programma vast te stellen. Een wijs beleid vraagt natuurlijk wel het aan houden van een marge tussen het volume van dit program en dat van de harde bezuinigingen, want tevreden mag je pas zijn als de besparingen in de brandkast liggen en je dus zeker weet dat je niet meer uitgeeft dan je hebt. Maar stilzitten en afwachten kan niet, dat is onverantwoord besturen, je moet een stap doen die je denkt te kunnen verantwoorden. Hoewel ik vind, dat de gekozen marge krap is, denk ik dat als we de investeringsvoorstellen per stuk maar faseren en eventueel de gevoteerde kredieten maar gefaseerd besteden, het toch wel aanvaardbaar is. Op twee onderdelen heeft dit programma mijn instemming niet, ik wil geacht worden te hebben gestemd tegen de opname in dit programma van een nieuwe huisvuilauto, nr. 60, zolang er nog geen zicht bestaat op de oplossing van de vuilverwerkings- problematiek en tegen de reconstructie Heuvelweg, nr. 93, omdat de noodzaa daarvan voor mij niet vaststaat. Daarnaast wil ik opmerken, dat ik van een paar andere onderdelen al in de commissie financiën heb gezegd dat ik het jammer vind dat ze op het programma zijn gezet, dat betrof de bestelwagens waar het CDA het ook al over heeft gehad. Maar goed, ik zou zeggen: laat die dan maar op het programma staan, wees er alleen niet verbaasd over als ik daar straks niet enthousiast over ben. Wethouder MENNE: Voorzitter, ik kan toch constateren dat de grootst mogelij ke meerderheid in deze raad zich wel kan vinden in deze presentatie en er ook wel begrip voor heeft, zij het dat de heer Van Gelder nog het verst daar van staat, memorerend wat zijn eerdere mening was en eigenlijk ook de mening van de heer Pothuizen. Eigenlijk staan wij nu aan de vooravond -want wij zijn er nog niet- van het gewenste totaaloverzicht, dat geef ik toe. Ik constateer ook wat de heer Bolhuis zegt: wij hebben hier een 'going concern'Daaruit begrijp ik dat er ook begrip is voor deze wijze van opere ren, die wij op 21 juni hebben afgesproken. De heer Krijger zegt dan ook terecht naar mijn mening dat wij deze lijst niet meer moeten zien dan als een uitgangspunt, een lijst waaruit wij in de toekomst raadsvoorstellen

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1984 | | pagina 200