- 19 - 25 oktober 1984 geacht wenst te worden tegen te hebben gestemd. 13. Voorstel tot verkoop van grond gelegen aan de Turfstreek aan de heren V.J. Dam te Soest en P.H.F. Lankreijer te Nieuwegein. Het voorstel wordt zonder diskussie en zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 14. Voorstel tot wijziging van het standplaatsenbeleid. Heer VERHEUS: Mijnheer de voorzitter, dit raadsstuk is al eens eerder in de raad geweest en in de commissies, en nu gewijzigd. Nu kan ik mij herinne ren dat in een van de laatste commissie-vergaderingen a.b.z. waarin wij het concept van dit voorstel ter sprake brachten,ik uitdrukkelijk gevraagd heb, omdat het in bepaalde gevallen een wijziging inhield van de bestaande situatie, zeker wat dit specifieke geval betreft, of het zo is dat iemand die daar al een aantal jaren staat daaraan bepaalde rechten kan ontlenen. Ik kom dan toch terug op wat de heer Van Gelder net zei, als er in een commissie bepaalde opmerkingen gemaakt worden dan zou je verwachten dat dat ook in het definitieve raadsvoorstel tot uitdrukking gebracht zou worden. Dat is kennelijk niet gebeurd, want het komt nu opnieuw weer in de raad. Het verbaast mij dat er een bijlage bijzit waarop een situatieschets gemaakt is van die betreffende standplaatsen, waarbij de man waar het hier om gaat en die tot nu toe zijn standplaats had voor de Hoeksteen, naar de andere kant gaat. Daar staan er echter al twee. Ik weet niet hoe het college dat denkt op te lossen. Er mogen er van mij gerust drie op die plek staan, ik heb daar geen problemen mee als die man dat zelf ook wil, maar uit de bij lage blijkt dat er nu dus totaal drie op die plaats gaan staan en het moet niet zo zijn, dat een ander nu weer gedupeerd zou worden en plaats zou moeten maken voor deze persoon. Daarover zou ik graag nadere uitleg willen. VOORZITTER: Ik kan mij niet herinneren dat ik in a.b.z. iets over stand plaatsen bij de Hoeksteenkerk in Soesterberg heb gezegd, ik weet daar niets van. Misschien is het in een andere commissie geweest. Heer EBBERSMijnheer de voorzitter, ik heb er wel in de desbetreffende raadsvergadering op gewezen. Wethouder PLOMP: Voorzitter, uiteraard kan ik niet terugverwijzen naar hetgeen in een commissie a.b.z. is gezegd, alleen is het hier van belang dat de standplaatshouder die, doordat hij 14 jaar lang op dezelfde plaats heeft gestaan, bepaalde rechten heeft, nu aan zijn trekken komt. Vandaar dat dit voorstel wordt gedaan. Nu denk ik dat het een kwestie van uitwer king is om te kijken in hoeverre het juist is dat hier twee of drie plekken staan. Ik denk dat dit gewoon moet worden bekeken omdat het in principe mogelijk is dat op de kaart die u voor u heeft en waar een I en een II op staat, er wel drie mensen staan, maar dat de twee plekken op zodanige wijze zijn ingedeeld dat er bijvoorbeeld op plek I twee mensen staan, maar

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1984 | | pagina 236