- 22 -
26 januari 1984
constateren dat beide vergaderingen van de Sportstichting of namens de Sport
stichting geen enkele inbreng is gehoord die erop zou kunnen duiden dat men
het niet met het voorstel eens zou zijn. Ik vind dat dus een wat vreemde
suggestie. Aansluitend bij de woorden van de heer Van Garderen: privatisering
staat niet alleen in de college-overeenkomsten, het is ook duidelijk een zaak
die de VVD hoog in het vaandel heeft staan. Met dat in gedachten, zou ik u
willen voorstellen om uw voorstel integraal in stemming te brengen.
MevrBLOMMERSVoorzitter, een aantal leden van onze fraktie gaan inderdaad
op gronden van algemeen liberaal beleid met het voorstel zoals het door het
college is gedaan mee. Wij denken inderdaad dat dit het moment is waarop je
toch een beslissing moet nemen, ook hoe je dit in de loop der jaren vorm wil
geven. De financiële aspekten bij deze zaak, de grote onzekerheid over de
bijdrage van de bewoners, de eigen ideeën van de atletiekvereniging zoals
verwoord in hun brieven, hebben een deel van onze fraktie ervan overtuigd
dat we uw voorstel moesten volgen.
Heer VAN DEN BRAKEL: Voorzitter, ik wil dan toch die drie punten, zoals ze
door 't bestuur van de Sportstichting in de brief van 25 januari verwoord
zijn, waar ook mijn fraktievoorzitter al op geattendeerd heeft, als voorstel
bij u op tafel leggen. Bovendien wordt er nu gesteld, dat de Sportstichting
vroegtijdig op de hoogte was; wij hebben dinsdagavond een voorstel gekregen,
daar is tenminste zijdelings over gesproken; dat voorstel lag woensdagmorgen
in de bus.
Heer POTHUIZEN: Wanneer krijgt de voorzitter van de Sportstichting de raads
stukken voor zo'n vergadering eigenlijk in huis, mijnheer Van den Brakel?
Heer VAN DEN BRAKEL: Zo'n vraag moet u niet aan mij stellen, dan moet u bij
de voorzitter zijn. Dinsdagavond hebben wij ten aanzien van die 9.000,=
geen concrete uitleg gekregen. Het was wel zo, dat ook de vertegenwoordiger
van de nieuwe atletiekvereniging het volledig met deze drie punten eens was.
VOORZITTER: Ik begrijp, mijnheer Van den Brakel, dat u de drie punten, zoals
die in de brief van 25 januari staan, tot voorstel verklaart en hier inbrengt
in de diskussie. Dat voorstel wordt voldoende ondersteund.
1. de grond wordt tegen boekwaarde, zoals te doen gebruikelijk bij ande
re verenigingen, ingebracht bij de Sportstichting;
2. op de vereniging is het gebruikelijke tarievensysteem van toepassing;
3. de vereniging verkrijgt van de raad een gemeentegarantie.
Dat zijn de drie punten van het voorstel Van den Brakel. Daarbij gaan we er
wel van uit, dat de boekwaarde de economische waarde is.
Wethouder PLOMP: Mijnheer de voorzitter, er zijn een aantal vragen gesteld.
In de eerste plaats welke de invloed op de beheerskosten zou zijn als het
gaat om die drie punten.