- 24 -
25 oktober 1984
men dat meerderen in deze raad van harte achter een dergelijke aanvulling
zullen staan.
VOORZITTER: Is het een suggestie of een voorstel? Een voorstel moet namelijk
voldoende worden ondersteund. Of wilt u het eerst als een suggestie inbrengen
om te zien hoe het college reageert?
Mevr. GREEFHORST: Voorzitter, na eindeloze diskussies hebben we hier dan een
stuk dat bespreekbaar is in deze raad. Hieruit moet een welzijnsplan opgesteld
worden, waarin tevens de motivering naar voren moet komen voor het al dan
niet toekennen van subsidies. Wat nu aan de orde is noemt u een aanzet door
het formuleren van een aantal hoofdlijnen. Bij de uitwerking van de uitgangs
punten onder A. spreekt u over een globaal karakter, een globaal plan. U zegt:
"gelet op de beschikbare tijd kon dit niet anders". In de aanbiedingsbrief
bij de begroting van 1982 werd al geconstateerd dat het proces van de wel
zijnsplanning niet vlekkeloos verliep. Toen al sprak men van verminderde
financiële mogelijkheden en wilde men een verbeterde procedure. 18-2-1983 was
er de eerste notitie voor een te voeren welzijnsbeleid. Om dan nu in dit stuk
te schrijven dat de tijd te kort is, gaat ons te ver. Ik constateer dat de
tijd waarschijnlijk niet goed benut is. De vraag voor ons is nu, kunnen
bezuinigingen, zoals we die straks gaan aangeven op basis van dit plan en
gelet op de bijlage, wel tot stand komen? Ik wil daar graag straks een
antwoord op. In de hoofdlijnen, gebaseerd op het collegeprogramma, kunnen we
ons verder in grote lijnen wel vinden. Op enkele voor ons essentiële punten
hebben wij een wijzigingsvoorstel. De heer Krijger kondigde al aan dat ook
de VVD het ondertekend heeft en ook de heer Van Garderen heeft ons voorstel
ondertekend inmiddels. Onze wijzigingen zijn: onder A. op blz. 6 willen wij
graag geschrapt hebben dat wollige verhaal waar de heer Krijger al over
sprak, regel 3 t/m 20, want ons inziens werkt dit verhaal verwarrend, u gaat
weer spreken over toedelen van subsidies naar accommodaties en ik denk dat
de ideale situatie vooralsnog niet bereikt zal worden; onder B. op blz. 6
graag schrappen regel 3 en 4, immers het vaststellen van groeperingen die
prioriteit dienen te krijgen is vreselijk moeilijk en daarbij kan het heel
wisselend zijn, de groepen die verder in het stuk genoemd worden geven
ruimte genoeg om adequaat op behoeften in te spelen; op blz. 8 staat in
regel 8:"realiseren van een nieuwe subsidiabele accommodatie zal slechts
dan mogelijk worden gemaakt indien kan worden aangetoond dat zulks op
grond van sociale en/of geografische argumenten nodig is", deze zin zouden
we als volgt willen wijzigen:" realisering van een nieuwe subsidiabele
accommodatie kan slechts dan mogelijk worden gemaakt, indien kan worden
aangetoond dat een groepering, ontstaan uit partikulier initiatief, onge
acht welke maatschappelijke stroming, in voldoende mate levensvatbaar is en