- 32 -
25 oktober 1984
eens uitleggen wat hij vindt dat 'ongeacht welke maatschappelijke stroming
dan ook' door de gemeente Soest gestimuleerd mag worden. Als ik dan inga op
zijn motie, die ik afwijs, zoals ik ook de voorstellen van mevr. Greefhorst
afwijs
Mevr. GREEFHORST: Mijnheer Visser, u had het hele stuk al afgewezen, dus u
verspilt uw tijd.
Heer VISSER: Precies u haalt mij de woorden uit de mond, maar na het verhaal
van mijnheer Kingma mag ik toch ook wel wat zeggen? Als ik dan lees, dat de
heer Van Garderen eigenlijk alleen maar de welzijnsaktiviteiten wil steunen
die niet in strijd zijn met de wet des Heren en ik ga dan na, dat de SGP
eigenlijk niet wil dat vrouwen kiesrecht hebben, dat bij het GPV
VOORZITTER: Als u het over het vrouwenkiesrecht heeft en we hebben het over
het welzijn
Heer VISSER: Vrouwen hebben ook welzijn, maar bij de heer Van Garderen is
dat taboe, vrouwen mogen niet eens stemmen. Bij het GPV mag je niet ingèënt
worden tegen polio en bij die derde partij
Heer VERHEUS: Nu moet ik toch bezwaar maken tegen die opmerking, want dat
heeft met dit voorstel als zodanig helemaal niets uit te staan.
Heer VISSER: Jawel, want ik wil een stemverklaring afleggen waarom ik tegen
de motie van de heer Van Garderen ben en dat kan niemand mij ontnemen. Ik
begrijp dat iedereen duidelijk inzicht heeft in wat ik bedoel, dus ik heb
gezegd wat ik wilde zeggen.
Heer KRIJGER: Twee korte opmerkingen, mijnheer de voorzitter, in de richting
van mijnheer Kingma, we moeten maar ophouden met reageren op mijnheer Visser.
De heer Kingma reageert op een opmerking over de samenstelling van de commis
sie welzijnsplanning en haalt daar een besluit bij aan van 1979. Daarvoor
heeft hij gezegd dat een cultuurnota van 1977 nog aktueel genoeg is, ik denk
dat stukken daarna niet aktueel genoeg meer zijn, dat we best kunnen gaan
praten over het instellingsbesluit in die tijd, want toen was er nog geen
sprake van dat u opdrachten kreeg vanuit de raad om met dezelfde mensen te
gaan overleggen over het inleveren. Ik denk dat het een hele moeilijke posi
tie is geworden en juist daarom stellen wij het aan de orde, mede met de
bemanning van die commissie. Een andere opmerking, een reageren op blz. 6,
het voorstel tot tekstwijziging: ik denk dat het een voorstel is dat we
overeind kunnen houden, het is een verkorting van het geheel en geeft
heel duicjelijk aan vanuit de eerste regels onder punt A. op blz 6 naar
welk doel wij willen gaan.
Mevr, GREEFHORST: Bij de laatste opmerking van de heer Krijger sluit ik mij
aan, want wat wethouder Kingma zegt over regels 13 e.v. kan gemakkelijk in