- 45 - 25 oktober 1984 het voor de commissie welzijnsplanning kort dag was tussen het bekend worden van de stukken en deze raadsvergadering. Daar moeten we het eens over hebben als we in het vervolg op een goede manier met elkaar om willen gaan. We hebben dit jaar een situatie meegemaakt dat de commissie welzijns planning zorgvuldig behandeld werd, op de voorhand zat en de politiek ontevreden was en nu heeft de commissie reden om ontevreden te zijn. Zo is het altijd wat, dus we moeten proberen daar een goede middenweg in te vinden zodat we iedereen redelijk tevreden kunnen houden. Daar zullen we in ieder geval aan werken. Uit de beantwoording van de opmerkingen tot nog toe mag u begrijpen dat het college op dit moment aan het advies van de commissie geen wezenlijke conclusies zou willen verbinden. We hebben van de aanbevelingen nadrukkelijk kennis genomen en wij nemen aan dat u dat ook zult doen of al gedaan heeft. Met name het resultaat van het overleg -ook dat zal de commissie welzijnsplanning krijgen - zal nader moeten worden bezien om de uiteindelijke conclusies te kunnen trekken. Dat zou op voorhand wat voorbarig zijn. Tegen de heer Visser zou ik willen zeggen dat hij niet zo verschrikkelijk moet overdrijven met dingen als 'eerlijk' en 'regelrecht', want ik ga er altijd vanuit dat ik altijd moet proberen u een eerlijk en regelrecht antwoord te geven. Als dat niet altijd lukt,dan ligt dat misschien aan de wijze waarop ik mij uitdruk, maar het is wel mijn bedoeling. Mevr. Greefhorst heeft nog een opmerking gemaakt, waar ook de heer Van Garderen nog op terug kwam over het de vrije hand geven van instellingen en dan is met name gedoeld op de Stichting Jeugdzorg, waar het gaat om het invullen van bezuini gingen. Dat is in het verleden wel gebeurd, toch wel met problemen moet ik zeggen, maar is feitelijk onmogelijk volgens onze subsidie-verordening, zeker waar een diskussie ontstaat over een personeelsformatie. Als gemeentebestuur kunnen wij niet anders dan ons houden aan de subsidie verordening. Het zou heel kwalijk zijn als we dat niet deden. Het overleg kan natuurlijk wel opleveren dat de instelling bezuinigingen op een andere wijze weet in te vullen dan wij denken en dan hebben ze de mogelijk heid om, buiten de subsidie om, een personeelslid te bekostigen. Dat zijn zaken die allemaal in het overleg besproken zouden moeten worden. Mevr. GREEFHORST: Mijnheer de voorzitter, mijn vraag over de Kinderboerderij is nog niet beantwoord. Wethouder KINGMA: Daar heeft u gelijk in, dat was me ontschoten. We ver lenen subsidie per jaar en feitelijk hebben we voor 1984 subsidie verleend zoals we dat voor 1983 ook hebben gedaan, op een bepaalde manier. Dan kuntu

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1984 | | pagina 262