- 2 - 15 november 1984 VOORZITTER: Als niemand daarover het woord verlangt, moeten we stemmen. Er wordt voorgesteld de heer Oudemans te benoemen tot lid van het algemeen be stuur. Ik verzoek de heren Strietman en Ribbink met mij het stembureau te willen vormen. De heer Van der Klink is de vergadering ingekomen. Er zijn 25 stemmen uitgebracht, waarvan 1 blanco. De heer Oudemans wordt met 24 stemmen verkozen en benoemd tot lid van het algemeen bestuur. 4. Voorstel tot redaktionele aanpassing van enkele belasting- en tariefsverorde- ningen. Heer VERHEUSInhoudelijk hebben wij tegen dit voorstel uiteraard geen bezwaar, maar ik heb toch een opmerking over pagina 4 van dit raadsvoorstel de laatste alinea, onder het hoofd 'verschuivingen in belastingdruk na 1985'. Wij willen niet bij voorbaat na 1985 of in de loop van 1985 terzake van het dienstjaar 1986 min of meer geconfronteerd worden met het idee dat we door dit aan te nemen al zo goed als besloten hebben om de Onroerend goedbelas- ting voor de woningen -in verband met de verschuiving van bedrijfsgebouwen die in waarde verminderen- te verhogen. We willen er niet mee geconfronteerd worden in die zin dat u dan zegt: u heeft toen dat voorstel aangenomen, het lag in de bedoeling, dat had u best kunnen bevroeden dat wij met een voor stel komen tot verhoging. Wij houden ons -dat zeg ik met nadruk- alle rechten voor. Heer VAN GARDEREN: Mijnheer de voorzitter, wanneer de tarieven herzien zouden worden van de ontheffing sluitingsuur, is het misschien nuttig eens na te gaan of de kosten die daarvoor gemaakt worden om dat te verlenen, wel over eenstemmen met het bedrag dat ervoor betaald wordt. Bij het afgeven van de vergunning en bij het controleren, wat ook gedaan zal worden, neem ik aan. Heer KRIJGER: Een korte opmerking, niet naar aanleiding van wat de heer Verheus gezegd heeft, maar meer naar aanleiding van wat u net in handen gesteld heeft gekregen, de werkgelegenheidsnota van het CDA. Daarin worden maatregelen bepleit ten behoeve van de werkgelegenheid en ten gunste van het bedrijfsleven. Wilt u dat goed betrekken bij juist de laatste blz. als u gaat reageren op die nota? Heer POTHUIZEN: Het is dat mijnheer Verheus ver in de toekomst heeft gekeken, dat brengt mij ertoe om ook op één zin te reageren die ook ver in de toekomst effekt zou kunnen hebben. Die zin vindt u op de eerste blz. waarin u opmerkt dat het achterwege laten van verhoging in feite een belastingverlaging be tekent, omdat zelfs geen sprake is van aanpassing aan de inflatie. Het is natuurlijk feitelijk gezien een opmerking die juist is, maar er is totaal

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1984 | | pagina 267