- 54-
17 december 1984
zaak uit en moeten wij als raad beslissen.
Even naar de peuterspeelzalen, daar is nogal het een en ander over gezegd.
Het is voor mij wat moeilijk om daarop te reageren, u kent op zich het
voorstel zoals het er ligt, maar ik heb u in de commissie ook al gezegd,
dat u er, wat mij persoonlijk betreft, weinig moeite voor zou moeten doen
om mij te overtuigen van het onterechte van de aard van dit voorstel. Dat
ligt in dit college wat verschillend en ik kan mij voorstellen dat het
nodig zal zijn om daarover nog intern beraad te hebben om tot een uiteinde
lijke stellingname van het college ten aanzien van dit punt te komen.
De zaalhuursubsidie. In de commissie is al gezegd dat het afgebouwd zou
moeten worden conform de suggesties die gedaan zijn door de instellingen,
of dat het p.m. geraamd zou moeten worden. Om een voorbeeld te geven hoe de
situatie is: de AMBO heeft al aangegeven dat er misschien wat problemen
zouden kunnen zijn als men de eigen bijdrage omhoog zou moeten doen. Daar
staat tegenover dat al jaren bekend is, dat de ANBO geen subsidie nodig had.
Nu weet ik wel dat de situatie niet voor iedereen hetzelfde ligt, maar dat
mag toch wel een beetje maatgevend zijn. In het overleg heb ik ook tegen de
instellingen gezegd dat het erop lijkt dat men er allemaal redelijk op in kan
gaan, maar dat er aan de bel getrokken mag worden als het echt niet lukt.
Dan lijkt het mij al heel gek, ook gezien de reakties uit de raad, als u
dan niet bereid zou zijn om aan de probleemsituaties tegemoet te komen als
ook daadwerkelijk, duidelijk blijkt welke problemen er ontstaan. Het blijft
nu toch wel gissen, veronderstellen, maar het lijkt mij te ver gaan om er
al op voorhand op in te spelen.
Als ik kijk naar de opmerkingen die er over de Borg en Artishock zijn gemaakt,
dan denk ik dat mijnheer Van Brummelen op zich gelijk heeft als hij zegt dat
een aantal punten van het voorstel nog niet zijn uitgewerkt. We hebben dat
in eerdere instantie ook besproken dat dat niet het geval was en ook niet
kon zijn. Er ligt op dit moment een planning en ik verwacht dat wij in de
loop van het voorjaar een duidelijk beeld zullen hebben van wat een en ander
in feite zal gaan betekenen. Dan zult u kunnen weten wat de verhuizing van
de peuterspeelzaal naar de Kinderboerderij voor gevolgen heeft, ook in
financieel opzicht, hoe de problematiek van de bronsgieterij kan worden
opgelost. Het is moeilijk om bedragen te ramen als het allemaal nog natte-
vinger-werk is. We moeten natuurlijk wel in het achterhoofd houden dat op
sommige punten er zeker nog kosten kunnen komen. Ik heb er ook behoefte aan
om in te gaan op de opmerkingen die zijn gemaakt over de rol van de vereni
ging Artishock in dat geheel. We hebben als college gemeend een brief te
moeten schrijven naar de vereniging alvorens een besluit te nemen, wat zij
vond van de suggesties rond de Borg en Artishock, waarin we duidelijk hebben