- 56 - 17 december 1984. hier nu liggen en zoals die door het muziekschoolbestuur ook zijn bevestigd, zijn in wezen een bijstelling van de oorspronkelijke raambegroting, die daar mee volstrekt duidelijk en open is. Het was kort dag om het allemaal goed rond te krijgen, dus het is zo gedaan. Mijnheer Van Brummelen heeft zich wat geïrriteerd naar mij uitgelaten. Ik erken natuurlijk volledig dat ik verantwoordelijk ben voor de gang van zaken in dat opzicht, in ieder geval de eerst aanspreekbare daarop als hij gelijk zou hebben. Ik heb er geen behoefte aan om daar met data e.d. nog eens op in te gaan, dat kunnen we misschien op een ander moment wel eens doen als dat nodig mocht zijn. Ik constateer niet anders dan dat wij binnen een zeer be perkte tijd met een ongelooflijke hoeveelheid problemen te worstelen hebben gehad en dat dat niet zonder kleerscheuren is gegaan, dat ben ik met u eens. De afloop lijkt in ieder geval redelijk. Ik denk dat ik mij moet aansluiten bij hetgeen mijn collega heeft gezegd in zijn algemeenheid, want de kritiek betrof niet alleen de portefeuille van welzijn, maar is ook op andere onder delen uitgesproken; het is goed om voor de komende jaren een goede planning te hebben waarbinnen we kunnen blijven en waarvan wij van tevoren weten hoe het gaat. Dat is ook de bedoeling van het overleg dat we hebben afgesproken in de commissie welzijn en van wezenlijk belang bij het uitwerken van de hoofdlijnen en alles wat daarmee te maken heeft. VOORZITTER: Ik begrijp dat u aan ons voorstelt om nog een oplossing los te peuteren, u wilde even schorsen? Dan schors ik de vergadering nu voor enkele minuten. De vergadering wordt om 22.50 uur heropend. Wethouder KINGMA: Voorzitter, dit nader beraad heeft binnen het college opge leverd dat het ten aanzien van de peuterspeelzalen inderdaad verstandig zou zijn, gehoord de geluiden, om het voorgestelde bedrag te laten vallen. Tegelijkertijd menen wij dat, ook gezien de opmerkingen die er over de Stich ting Jeugdzorg zijn gemaakt, ondanks het feit dat wij in meerderheid willen blijven bij het aantal gesubsidieerde formatieplaatsen van 15, in het licht van de argumenten en de situatie die er ligt, het verstandig zou zijn om met name het bedrag dat voor coördinatie is opgevoerd van 10.000,= wat uit te breiden tot 15.000,=. Zoals u weet is in het overleg al ingegaan op de wijze waarop zo'n bedrag zou kunnen worden besteed, dat kan betekenen dat dat op een of andere wijze een aantal personeelsuren op zou leveren. Dat zal natuurlijk aan de hand van suggesties van de instelling zelf moeten worden aangedragen. Het besluit over één beroepskracht per werkeenheid blijft wel overeind, met een uitbreiding voor de coördinatie. Een diskussie zoals u ook in het verslag van het overleg heeft kunnen vinden over het binnen marges schuiven met een aantal formatie-uren, blijft dan mogelijk en is alleen wat verder rekbaar.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1984 | | pagina 341