- 10 - 19 december 1984 kelen. Als mijnheer Visser dat handhaaft, kan ik niet voor zijn motie stemmen. De herbezettingsmiddelen komen via het gemeentefonds, maar uit de portemonnaie van de ambtenaren. Het is niet zo, dat die 47.000,= alleen in 1983 ter beschikking was, die zijn er voortaan struktureel. Er zou dus nu geen 235.000, voor herbezetting moeten staan, maar 235.000,= plus 47.000,= Ik vind dat dat bedrag ook ter beschikking zou moeten komen. Overigens ben ik benieuwd naar het antwoord van wethouder Oudemans op de opmerkingen die mijnheer Van Gelder daarover heeft gemaakt. Heer VAN GELDER: Voorzitter, ik heb nog twee punten die ik helaas vergeten ben te noemen. In uw beantwoording bent u niet ingegaan op ons voorstel om, net als voor de verhuizing naar de Borg al wel gebeurd is, voor de verhuizing van de peuterspeelzaal alvast de gelden op te nemen. Op ons voorstel met betrekking tot de 25.000,= voor de bestrijding van vandalisme heeft u ook geen antwoord gegeven. Wethouder MENNE: Voorzitter, als de heer Pothuizen spreekt over een harmonieuze wijze van besturen, dan mag ik er op wijzen dat ook de raad onderdeel uitmaakt van het bestuur van deze gemeente. Als wij toezeggen dat wij binnenkort met een verantwoord voorstel zullen komen met betrekking tot het kwijtschelden, dan moet dat tegemoet worden gezien in het licht, niet dat wij uitgaan van een bepaalde hoogte van het bedrag, maar dat wij uitgaan van de doelgroep die ook door enkelen van u als zodanig is genoemd, het individu, de mens die nodig heeft en waarvan wij het nodig vinden dat hij of zij verlicht wordt in de te grote last van het dagelijks bestaan. Op dit moment weten wij nog geen aantal of bedrag dat wij ter beschikking kunnen en willen stellen. U heeft er terecht op gewezen dat,als wij dat doen, er toch een bedrag voor gereserveerd zal moeten worden. Nu laat de heer Van Gelder het voorkomen alsof hij in zijn voorstel daar ook rekening mee gehouden heeft. Ik heb dat nog eens nagerekend, u hebt wel aanzetten gegeven tot het schrappen, maar dan komen we toch op een te klein bedrag om in de orde van 300.000,= te kunnen denken. Het college zal het met een bedrag van 300.000,= ook erg moeilijk hebben. Er zijn ver schillende zaken die daarbij een rol spelen, de hoogte van het beschikbare onvoorzien, de mogelijkheid om mensen die het wel kunnen dragen hoger te belasten -er zijn enkele gemeenten die dat inderdaad doen- dat zijn toch punten die in het college naast elkaar gezet moeten worden. Misschien is het mogelijk om bijvoorbeeld in het eerste jaar het incidenteel overschot te benutten en het dan verder te strukturerenVan dat moment af zal zo'n post moeten concurreren met de investeringslijst 1986/1989. Ook de vraag wanneer je het in zou moeten laten gaan, is van essentiële betekenis. De heer Verheus stelde voor om de norm die het rijk hanteert te gebruiken bij de kwijtschel ding, daar is ook door anderen nog op gereageerd. Daar ben ik het wel mee

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1984 | | pagina 353