- 51 -
19 december 1984
worden met een eenmalige beschikking uit de reserves van 8 ton. Met een
tekort een begroting aanbieden, dat doe je natuurlijk niet, maar het is
defacto hetzelfde. Ik ga ervan uit dat hij bedoeld heeft ook daartegen te
zijn. Het aardige van een meerjarennota is, dat je kunt onderkennen of in
zo'n situatie zich een incidenteel geval voordoet, waarbij je rustig de
maatregelen kunt nemen die ik heb voorgesteld, of dat het een strukturele
teruggang is van de vrije ruimte, die je natuurlijk niet op een eenmalige
wijze sluitend mag maken. Dat heb ik bedoeld,ik heb ook niet de indruk dat
dat strijdig zou zijn met het principe dat de begrotingen sluitend moeten
zijn, als het om een incidentele situatie gaat.
Naar aanleiding van het Bachensemble denk ik dat ik met mevr. Blommers
mee moet gaan in die zin, dat ook plaatselijke muziekverenigingen mogelijker
wijs een rol zouden kunnen spelen in het jaar van de muziek en dat misschien
ook gewild hadden. Door de kortingen die we op de subsidies hebben aange
bracht zijn ze misschien niet helemaal in de gelegenheid om iets dergelijks
te doen. Van de andere kant steun ik het college-standpunt dat, als er zo'n
verzoek komt van een Bachensemble om zoiets te organiseren, het zonde zou
zijn om zoiets niet naar Soest te halen. Een voor de hand liggende conclusie
zou zijn om uit het incidenteel overschot 1985 een aanvullend bedrag van
10.000,= te reserveren waarmee initiatieven uit de plaatselijke organisaties
om aktiviteiten te ontwikkelen mogelijk gemaakt kunnen worden.
Mevr. GREEFHORST: Mijnheer de voorzitter, mag ik even interrumperen? Er wordt
nu net gesproken of er geen Soesters aan meedoen. Ik mag u er op attent
maken dat een flink deel van het motet- en madrigaal koor en anderen die
tesamen het Bachensemble vormen, uit Soesters bestaat.
Heer VAN GELDER: Ik heb nog een ordepunt, ik hoop niet dat het de bedoeling
is dat we alles van de investeringslijst punt voor punt gaan doornemen met
de toelichting van het college. Wat mij betreft is het voldoende dat u aan
tekent wat ons standpunt is met betrekking tot de onderwerpen die we hebben
aangegeven. De definitieve voorstellen komen t.z.t. toch nog wel aan de orde.
We handhaven dus ons standpunt, ook na de toelichting van de wethouder. De
definitieve diskussie zal plaatsvinden als u met een voorstel komt. Hebben
de andere partijen op dezelfde punten aantekeningen gemaakt en dat is een
meerderheid in de raad, dan is het duidelijk dat u dat door kunt strepen.
VOORZITTER: Dat wordt me te onduidelijk, we moeten een goed vastgesteld
programma hebben, waarbij iedereen weet wat er inzit en wat niet. Daarom
wil ik blz. voor blz. de investeringslijst aan de orde stellen, niet om
elk projekt inhoudelijk te bespreken, maar om vast te stellen of er onder
delen op die blz. zijn die niet de steun van de hele raad hebben of helemaal
geen steun hebben.