- 6 -
15 februari 1984
kent, waarom daar problemen zullen blijven bestaan en eventueel met de
raad in diskussie zou gaan hoe die problemen op te lossen. Om een paar voor
beelden te noemen: als u schrijft op blz. 5 onder punt d. bij de sttengere
controle op lozingen en stortingen "meer tijd als in het verleden is echter
niet voor controle beschikbaar" dan had u dat natuurlijk ook anders aan
kunnen pakken: in de AT.B-diskussie in het investeringenlijstje inbrengen
en de raad bijvoorbeeld af laten wegen of men liever een telefooncentrale
heeft of dit punt uit het verkiezingsprogramma gerealiseerd wil zien. Bij
punt a. op dezelfde bladzijde staat een leuke constatering, samenhang etc.
maar ik heb niet de indruk dat die samenhang zo effektief plaatsheeft.
Ik zal niet ontkennen dat het moeilijk is, maar ik denk dat een evaluatie
van de beleidsuitgangspunten zou kunnen worden gebruikt om juist die af
stemming naar de raad toe met de raad - die in feite het beleidsprogramma
heeft vastgesteld - nog eens te doen plaatsvinden. De vraag is wat we er
nu mee moeten doen, want de diskussie op dit moment volledig opvoeren betekent
wel iets voor de verhouding tussen het college en de raad. Ik begrijp dat
het binnen de andere frakties wat anders ligt, dat men het verder wel goed
vindt zo, maar wij zullen vanuit onze fraktie toch veel nadrukkelijker die
diskussie in de komende maanden oprakelen. Als we het op die manier moeten
doen, dan moet dat dan maar, ik vind het jammer, want ik had liever gehad
dat u met betrekking tot de punten die moeilijk liggen die probleemstelling
had onderkend en met de raad naar oplossingen had gezocht om daar uit te
kunnen komen.
VOORZITTER: Om nu een reak+ie van de kant van het college te geven over een
oordeel dat u geeft over dit stuk, weet ik niet of het direkt op zijn plaats
is. Het is, dacht ik, verstandiger om er goede nota van te nemen en te bezien
of we daar in de komende tijd nog wat mee kunnen doen. Als er behoefte is,
zoals de heer Verheus opmerkte, om een bepaald onderdeel nog eens in de
commissie aan de orde te stellen, dan is daar natuurlijk altijd gelegenheid
voor, ook van uw kant, om daar het initiatief toe te nemen. Ik zou eigenlijk
nu willen voorstellen, dat wij deze opmerkingen goed op ons laten inwerken
als college en dat wij de vaart die we op het ogenblik hebben, erin houden.
U weet dat het grootste probleempunt op het ogenblik voorligt, daar is ons
aller aandacht natuurlijk op gericht, maar dat wil niet zeggen dat de andere
punten niet meer aan de orde moeten komen.
Ik zou hiermee de behandeling willen afsluiten als u daarmee accoord kunt gaan.
De raad gaat zonder hoofdelijke stemming accoord met de evaluatie beleidsuit
gangspunten 1982-1986