- 22 -
15 februari 1984
De eerste indruk die ik heb - we zijn aan het voorbereiden - is, dat er
bijna niet aan valt te ontkomen dat er toch aan de werkgelegenheid zal
moeten worden geknabbeld, zij het op indirekte wijze misschien. Wat dat
betreft is het dus geen sympathieke bestuursmaatregel die voor ons ligt.
Het zal niet allemaal zonder kleerscheuren gaan. Voor het college telt de
werkgelegenheid natuurlijk zonder meer zwaar, dat kan ik u verzekeren.
Ik heb begrepen dat de heer Van Gelder wel accoord kan gaan met de tele
fooncentrale als er een extra bedrag van 75.000,= wordt bezuinigd op
het bestuursapparaat. Ik denk dat dat straks deel uitmaakt van uw voorstel
als de telefooncentrale aan de orde is, dus ik wil dat even laten rusten
tot dat moment. De heer Pothuizen heeft het voorstel gedaan om 700.000,=
te plaatsen op de reeds voorgestelde bezuiniging in de sektor sport. Ik
denk dat dat, met de gedachte die daar achter zit, ook door ons meegenomen
wordt in de voorbereidingen naar juniDe heer Van Garderen heeft gezegd dat
de verdeling niet eerlijk is op deze wijze naar sektoren. Ik denk dat we
op dezelfde lijn zitten, het heeft ook subjektieve kanten. Daar kunnen we
niet aan ontkomen. Ik zie uw uitgewerkte voorstel graag tegemoet.
Heer KRIJGER: Mijnheer de voorzitter, het zijn beraadslagingen en wij ver
staan daaronder, dat het mogelijk moet kunnen zijn dat, als je reakties
hoort van anderen, je je eigen standpunt wat gaat wijzigen. De reakties
overziende van een aantal andere frakties en de reaktie in eerste instantie
van het college, denk ik niet dat wij nu zover gaan dat we ons standpunt
gaan herzien zoals dat is aangegeven in het amendement. Tk wil nog wel een
paar stukken toelichten. Allereerst in de richting van hetgeen de heer Van
Gelder heeft gezegd. We hadden het kunnen verwachten, hij schrikt terug
voor keuzes. Hij verwijt dat wel in de richting van de VVD, maar het is
natuurlijk makkelijk om nu heel abstrakt en theoretisch te zeggen: we doen
daar wat meer en daar wat minder, maar dat natte-vingerwerk waarvan de con
sequenties op dit moment niet zijn te overzien, dat zijn nu net de keuzes
die wij niet willen maken. Wij willen keuzes maken als we precies weten
wat er gaat gebeuren. In onze inleiding is ook gezegd dat we dat willen.
Datzelfde geldt voor het natte-vingerwerk van de heer Pothuizen. Ik neem
aan dat het college inderdaad kijkt naar voorstellen, maar een eerste oog
opslag geeft al aan, dat dat bruto-bedrag van bezuinigingen netto heel wat
anders is. Misschien dat er hier of daar wel wat inzit, dus het kan best
wat opleveren. De misverstanden, waar de heer Menne over spreekt, of we
niet duidelijk geweest zouden zijn met betrekking tot de richtinggevende be
dragen. We hebben gekeken naar de afspraken van 9 december en daar hebben
we datgene uitgehaald wat is toegezegd door het college. Dat zijn taakstel-