- 5 -
15 maart 1984
len
end
1
de
i jn.
periode van één jaar. Deze ruimte is voor 1984 geschapen zonder er beslag
op te leggen. Dan vind ik het vreemd, omdat het college aan de ene kant
een herstelplan 1984 niet uitvoert en aan de andere kant pleit voor ver
nieuwing. Als ik dan kijk naar de druk die het college op de raad heeft
uitgeoefend met betrekking tot de voorstellen tot het verlenen van een
krediet voor de aanschaf van een nieuwe telefooninstallatie en een
automatiseringsprogramma, waarbij u op voorhand van de raad een voorschot
heeft gekregen op de dekkingsmiddelen die u nog moet aangeven en waar door
onze fraktie in verschillende financiële commissies om is gevraagd, dan zou
u ook begrip moeten opbrengen voor de uiterst vitale funktie van een
toeschouwersaccommodatie. Indien u daar niet gevoelig voor zou zijn, dan
vind ik, dat u een dualistisch beleid voert ten aanzien van krediet
verstrekkingen. Als het college van oordeel is, dat herstel geen soelaas
biedt, zeker als je jaar na jaar opnieuw moet heroverwegen of je nu wel
of niet investeert, dan zie ik geen reden om deze kwestie tot juni aan
te houden. Tot slot, mijnheer de voorzitter, zal het college allang voor
zichzelf inzicht hebben verschaft in de financiële gevolgen, wanneer een
suggestie van onze fraktie om in mei met een uitgewerkt voorstel te komen,
niet wordt overgenomen. Ik verwacht dan ook van het college, dat zij zich
bij de beantwoording van mijn vragen niet verschuilt achter procedure
kwesties, er is in het recente verleden wel vaker luchtig omgesprongen met
procedure-zaken
Wethouder MENNE: Voorzitter, voordat ik de vragen zelf beantwoord, zal ik
even ingaan op de mondeling toelichting. Het is natuurlijk niet de bedoeling
van het college zich te vérschuilen achter procedures. Wij hebben in de
raad eind vorig jaar afgesproken, dat alleen in heel bijzondere gevallen
investeringen zouden kunnen worden gepleegd. Toen heeft de voorzitter nog
ter verduidelijking gezegd, dat inderdaad over de automatisering en de
teKooninstallatie gedacht wordt door het college en dat, indien enigszins
mogelijk, de investeringen aan u zullen worden voorgelegd, gelijktijdig
met de bezuinigingen, zodat er kan worden gekozen tussen de investeringen.
Als ik dan kom tot de beantwoording van de vragen, dan zal ik naar goed
gebruik eerst de vraag voorlezen en dan het antwoord geven, voorzitter.
1. Is het juist, dat er mogelijk nadelige financiële consequenties zijn
verbonden aan het uitstel van de besluitvorming tot na 1 mei 1984
voor de gemeente, c.q. de Sportstichting en de pachter van het
restaurant?
Wij beschikken, voorzitter, over geen enkel schriftelijk stuk waaruit
blijkt, dat een beslissing over de vervanging van de tribune op 21 juni a.s.
in plaats van voor 1 mei nadelige financiële consequenties heeft.
