- 20 -
23 mei 1985
te stellen van Spullenhulp; ik begrijp dat de raad daarmee akkoord gaat.
Het tweede punt is een bedrag voor de computercursus; ook daar gaat de raad
mee akkoord. Ik kan mijnheer Van Gelder toezeggen dat bij de evaluatie van
een en ander natuurlijk ook melding zal worden gemaakt van het aantal mensen
dat eraan heeft deelgenomen en mogelijk is geslaagd. In ons voorstel komt
verder het ambachtsverzamelgebouw aan de orde, daarover zal u t.z.t. een
voorstel bereiken en daar wordt uiteraard in de commissie over gesproken.
Het bedrag dat daarvoor beschikbaar zou zijn is een deel van de 100.000,=
en dat is een eenmalige uitgave. Het is mij opgevallen dat mijnheer Visser
tegen dit voorstel is, want in het verkiezingsprogramma van mijnheer Visser
op blz. 23 onder punt L. lees ik dat zijn partij vindt dat het bevorderen
van de stichting van ambachtelijke en vergelijkbare bedrijfjes onder meer
door het beschikbaar stellen van ruimte door hen wordt aanbevolen. Ik ben
dan ook hoogst verbaasd dat u nu tegen het ambachtsverzamelgebouw bent.
Mijnheer Pothuizen vraagt speciaal aandacht voor niet-nederlanders bij de
verdere uitwerking van deze nota. Wij hebben daar goede nota van genomen en
zullen kijken in hoeverre we daarop in kunnen spelen.
VOORZITTER: Met uitzondering van mijnheer Visser en mijnheer Van der Klink
neemt de raad dit voorstel aan.
Voorstel met betrekking tot de nota minderhedenbeleid.
Mevr. GREEFHORST: Mijnheer de voorzitter, deze nota is ongeveer twee jaar
onderweg; in het voorjaar van 1983 kregen we al een eerste versie. Je zou
dus kunnen verwachten dat we een gedegen stuk op tafel zouden krijgen,
waaruit een duidelijk gemeentelijk beleid naar voren zou komen. Helaas is
in de commissie al gebleken dat er ontzettend veel kritiek was, het rammelt
aan alle kanten, het is ons niet duidelijk wat het college nu wel en niet
overneemt, kortom, het is niet het stuk waar wij op zaten te wachten. Ik
heb begrepen dat ook de mensen die in deze sektor werken als vrijwilliger
niet erg gelukkig zijn met dit stuk. Onze fraktie had ook graag gezien dat
u de nota wat breder opgesteld had. U zegt voorin de nota dat er weer een
deelnota komt over het woonwagenbeleid. Als die komt, dan zou ons voorstel
zijn om dat uit te breiden met andere minderheden die we in Soest hebben.
Dat zijn niet alleen Turkse en Marokkaanse medeburgers, in de uitbetaling
van het werkplan zijn ook Surinaamse groeperingen genoemd. Neemt het college
nu de hele nota over of, zoals in het voorstel staat, grotendeels? Dat is
ons nog steeds niet duidelijk. Ik betreur dat op veel vragen en kritiek in
de commissie geen antwoord is gekomen. Onze fraktie is er geen voorstander
van om een commissie ex art. 61 van de gemeenteraad in te stellen, wij
denken dat goede samenwerking ook mogelijk is zonder die status. Onze
voorkeur gaat ernaar uit om een werkgroep te maken met een rechte lijn naar