- 29 - 23 mei 1985 Het antwoord met betrekking tot het meldingspunt is dat er een andere instan tie buiten dit gezelschap is, die een brief naar het college heeft gestuurd en dat daar antwoord op gegeven zal worden, zodat we dan weten wat het college denkt. Prachtig, maar ik stel hier de vraag en ik wil ook graag het antwoord van u hebben, voorzitter. Heer VISSER: Mijnheer de voorzitter, ik stel vast dat het college dus bereid is om ons een voorstel te overleggen voor de commissie ex art. 61, en dat u bereid bent om op zoek te gaan naar ruimte voor de buitenlanders. Wat ik niet heb gehoord is, dat het college bereid is om uit eigen middelen nog geld beschikbaar te stellen voor de minderheden. De wethouder zegt nu wel dat Soest zo geweldig zijn best heeft gedaan om aanspraak te maken op de middelen die het rijk beschikbaar stelt, maar ik denk dat de gemeente dat verplicht is. Dat is geen verdienste, dat is gewoon de taak van de gemeente. Mevr. MEIJER: Ik ben blij dat de wethouder zich realiseert dat er priori teiten gesteld moeten worden. Ik dacht dat ik toch ook begrepen had dat dan op een gegeven moment ook geld uit eigen middelen beschikbaar gesteld zal moeten worden als het niet allemaal vanuit het rijk betaald kan worden. Er zit een beetje beweging in en ik wacht af wat er gerealiseerd gaat worden. Wethouder KINGMA: Voorzitter, mijnheer Visser wil mij vaak niet begrijpen. Ik heb aangegeven dat het de bedoeling van het gemeentebestuur is om de rijksmiddelen optimaal te gebruiken. Daarna kunnen we bezien, aan de hand van concrete prioriteitsstelling en concrete voorstellen, in hoeverre daarnaast gemeentelijke middelen nodig zijn. Om op voorhand een bedrag te gaan noemen lijkt mij onzinnig. De nota is een inventarisatie, er worden knelpunten geïnventariseerd, er worden aanbevelingen gedaan en u mag aannemen dat de bedoeling van die aan bevelingen en het overnemen daarvan door de raad is, dat er ook wat mee gebeurt. Vandaar dat aan het samenwerkingsverband als adviesorgaan is ge vraagd prioriteiten aan te geven en aan de hand daarvan zal het beleid concreet worden uitgewerkt, voor zover dat al niet gevoerd wordt. Niemand zal zeggen dat de bestrijding van racisme niet nodig is. Ik neem aan dat het op die wijze ook in het college besproken zal worden, maar dat onderwerp is in het college nog niet besproken en ik kan dus ook namens het college geen antwoord geven. U zult binnenkort ongetwijfeld een nadere reaktie krijgen. VOORZITTERAan de orde is het amendement van mevr. Greefhorst, mevr. Meijer, de heer Pothuizen en de heer Ribbink. Het amendement wordt unaniem aange nomen. Het besluit moet derhalve onder punt 1 in die zin worden gelezen. Punt 2 van het besluit wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 10. Voorstel overgang Artishock naar de Borg in het kader van de bezuinigingen

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1985 | | pagina 138