- 12 -
13 juni 1985
vereniging in belangrijke mate zou kunnen worden verklaard. De gang van zaken
is als volgt geweest: het college heeft aan een werkgroep opdracht gegeven
drie modellen te onderzoeken, 1. doorgaan met de Borg zoals het is; 2. ver
huizen van de aktiviteiten van Artishock naar de Borg; 3. verkoop van de Borg.
Bij één van die drie modellen was de betrokkenheid van de vereniging aan de
orde, voor zover het haar aktiviteiten betrof. Voor het college was er op dat
moment geen aanleiding om bij die diskussie in die werkgroep over al die
modellen de vereniging erbij te betrekken. Wel is de toezegging gedaan -dat
was van tevoren bekend- dat op het moment dat het werk van de werkgroep
duidelijk zou zijn en consequenties zou hebben en een beeld gaf waarbij ook
de vereniging geraadpleegd zou moeten worden, dat ook zou moeten gebeuren.
Dat is ook gebeurd. Op het moment dat er een besluit in de raad is gevallen
om uit de drie aanwezige modellen dat ene te kiezen met de bedoeling om ook
de verhuizing van de aktiviteiten van de vereniging te bewerkstelligen, is
de vereniging uitgenodigd in de werkgroep. Een juiste procedure, lijkt mij.
Ik ben blij, dat de gekte die mijnheer Visser mij toeschreef naar hem is overge
slagen, hij stemt nu voor dit voorstel, hoewel hij nog wat twijfels heeft
of in de toekomst wel zal blijken dat hetgeen waar hij nu voor is wel gerea
liseerd zal worden. Ik verheug mij zeer te merken dat ook bij mijnheer
Visser belangrijke veranderingen kunnen plaatsvinden.
Wethouder MENNE: Voorzitter, de interpretatie zoals afgesproken in de meer
jarenraming en de voorjaarsnota bij de bepaling van de kaderstelling begroting
'86 en verder, blijft onverkort gelden. Die afspraken luiden: indien blijkt
dat bepaalde bezuinigingstaakstellingen niet gehaald kunnen worden, zullen
wij u vervangende voorstellen doen. Dat is noodzakelijk omdat dankzij de
bezuinigingen ruimte in de begroting is ontstaan die vervolgens voor uitgaven
is, c.q. wordt bestemd. Er wordt in dit stadium dus niet voorgesteld de be-
zuinigingsopdracht, in dit geval in de sektor welzijn, kwijt te schelden.
Eerst bij de opstelling van de begroting 1986 en de meerjarenbegroting 86/89
bestaat de mogelijkheid de realisatie van de bezuinigingstaakstelling over
de hele linie te bezien. Bovengenoemde gemaakte afspraken blijven dus onver
kort gelden.
In de commissie heb ik inderdaad gezegd dat het met betrekking tot de
peuterspeelzalen continuering van bestaand beleid is. Dit projekt is een
projekt in het kader van de bezuinigingen in de sektor welzijn en als we
dat projekt in zijn geheel aanvaarden en een toevallige bewoner van de Borg
niet het slachtoffer willen laten worden, dan kan ik het niet anders zien dan
continuering van bestaand beleid als we ervan uitgaan dat er in zo'n jonge
wijk een peuterspeelzaal dient te zijn.
Heer KRIJGER: Mijnheer de voorzitter, dit is een belangrijke beslissing, die