- 14 -
13 juni 1985
De wethouder heeft een betoog gehouden over de procedure. Dat was toch in
zekere zin ook een uitnodiging om daar nog iets van te zeggen. Ik ben met
mijnheer Krijger van een andere mening dan wethouder Kingma.
Heer VISSER: Mijnheer de voorzitter, ik ben blij dat de wethouder zo positief
reageert op de brief van de vereniging. Ik hoop dat men snel tot overeen
stemming komt als men op zoek is naar nieuwe ruimte en dat de wethouder na
mens iedereen spreekt als hij zegt dat hij de vereniging alle mogelijke steun
kan toezeggen. Ik ben het met mijnheer Verheus eens dat de Borg vanaf het
begin een bodemloze put was. Misschien hadden we het dorpshuis, wat destijds
de verkiezingsstunt was van de PvdA, nooit moeten bouwen. In die hele lijn
kunnen we dus de gekheid van de wethouder -al was het voor zijn tijd- door
trekken. Voorzitter, ik sta achter uw voorstel.
Heer VAN GARDEREN: Mijnheer de voorzitter, de suggestie die de wethouder
gedaan heeft om halverwege 1987 te evalueren, daar kan ik mij in vinden als
we af kunnen spreken,dat we dan beslissen of de subsidie voortgezet wordt
in 1988 of niet.
Mevr. MEIJER: Het enige wat ik jammer vind van het CDA is, dat zij nu tegen
het krediet zijn van 95.000,= voor de verbouwing van de kinderboerderij.
De peuterspeelzaal kan er niets aan doen dat ze moeten verhuizen. Een goed
kopere oplossing zou kunnen zijn dat ze het schoollokaal gebruiken, maar
dat is natuurlijk geen goede oplossing,want het lokaal is veel te klein.
Als u het gaat vergelijken met het lokaal in de Borg, moet u het ook verge
lijken met de andere peuterspeelzalen in Soest, want alle lokalen zijn veel
groter dan het schoollokaal. Een peuter moet nu eenmaal 3 m2 speelruimte
hebben. De brief van de vereniging kennen wij niet, maar als zij straks een
ander gebouw krijgen, dan hebben we dus twee culturele centra in Soest.
Wethouder KINGMA: Mijnheer Pothuizen heeft nadrukkelijk gevraagd om aandacht
voor de mensen die nu met wachtgeld moeten vanwege deze operatie. Het zal,
gezien het beroep van deze mensen, niet eenvoudig zijn om daar als gemeente
bestuur een oplossing voor te vinden. Wij kunnen er wel over nadenken of we
die kunnen vinden, maar binnen het gemeentelijk apparaat zal het zeker niet
lukken. Menselijkerwijs kan ik de opmerking wel begrijpen, maar praktisch
gezien zullen we op veel problemen stuiten. Het zou onjuist zijn om te doen
alsof we dat eenvoudigweg zouden kunnen oplossen.
V00RZITTER: Ik stel voor de diskussie af te ronden en over te gaan tot
stemming. Ik heb begrepen dat de heren Bolhuis, Blom en Van den Breemer
tegen het hele voorstel zijn.
Punt 1 van het voorstel wordt aangenomen met deze aantekening.
Punt 2 van het voorstel wordt aangenomen met deze aantekening.
Punt 3 van het voorstel wordt aangenomen met deze aantekening en met de
aantekening dat mijnheer Pothuizen geacht wil worden tegen te hebben gestemd