- 26 -
22 augustus 1985
het kennen van eikaars mening en dergelijke, dat het op zich goed is om dat
te vermelden, al lijkt het een open deur omdat het in het verleden tot een
aantal diskussies heeft geleid. Daar hebben we ook een aantal gezamenlijke
gesprekken aan gewijd met de commissie welzijnsplanning en juist op grond
daarvan is gebleken dat het verstandig was om vorm te geven aan dat overleg.
We gaan dan niet met elkaar praten over raadsvoorstellen. Mevr. Greefhorst
heeft gelijk in dat opzicht dat het verstandig is als de raadscommissie zich
van tevoren intern voorbereid, voordat ze een gesprek heeft met de commissie
welzijnsplanning. In goed overleg kan dan gekeken worden, vanuit ieders
verantwoordelijkheid, wat je met een aantal zaken aanmoet. In de notitie zijn
een aantal zaken genoemd, omdat die in de afgelopen tijd de nodige problemen
hebben opgeleverd-. Het zou dus onverstandig zijn om dat overleg te schrappen.
Mijnheer Krijger heeft op zich gelijk als hij zegt dat de formele lijn een
andere is, maar die formele lijn blijft gehandhaafd. Alleen in de voorbereiding
om te komen tot een goed raadsvoorstel, waarbij én de commissie welzijnsplan
ning haar werk goed kan doen én de raadscommissie tijdig duidelijkheid kan
geven ook naar de commissie welzijnsplanning toe, is dit overleg van groot
belang.
Ten aanzien van de verordening: op zich lijkt het een klein verschil en is
het niet essentieel, denk ik. We hebben allemaal de bedoeling en de wens dat
er taakgroepen zijn. Die behoren ook representatief te zijn, anders vervullen
ze geen goede funktie. Een taakgroep zal pas representatief kunnen zijn als
instellingen, vertegenwoordigd in die taakgroep, het idee hebben dat ze het
niet voor niets doen en wat dat betreft moet er nog wat gebeuren aan de mo
tivatie. Dat is een geschiedenis van een aantal jaren en ik hoop dat we na
deze diskussie op deze wijze in staat zullen zijn om een nieuw elan in dat
geheel te brengen. Zoals het nu in de verordenitg wordt voorgesteld, zou het
kunnen betekenen dat bijvoorbeeld een commissie gezondheidszorg, zoals er nu
is, misschien besluit tot de conclusie te moeten komen dat als taakgroep
funktioneren niet verstandig is, maar dat het hebben van vertegenwoordigers
in de commissie welzijnsplanning voldoende is, dat daarmee voldoende garan
ties voor die sektor zijn gegarandeerd. Met uw suggestie om 'zal' in te
voeren, wordt dat onmogelijk. Het lijkt mij een probleem. Als we nu afspreken
dat zoals het nu met 'kan' is geformuleerd betekent dat die taakgroepen er
behoren te zijn, met alle opmerkingen die ik daar al over heb gemaakt, dan
moet dat voldoende zijn als basis om deze verordening zo te kunnen hanteren.
Tegelijkertijd houden we dan speelruimte over om constructies te bedenken
die verantwoord zijn, die representatief zijn, maar die ook voorkomen dat
er allerlei onnodige ingewikkelde constructies zijn waar we niks mee opschiete