- 2 - 24 oktober 1985 al gevoerd was en dat het nog verder uitgebouwd zou worden. Op dit moment kunnen we niet anders dan vaststellen, dat er een storm van commentaar vanuit de bevolking komt over allerlei aspekten rond de invoering van de mini-container. Vanavond nog liet men mij op een school een brief van de afdeling onderwijs zien met de vraag wat dat nu weer betekende, of men extra moest gaan betalen voor de bedrijfsmatige afval-InzamelingKennelijk hebben de betrokkenen onvoldoende duidelijkheid over wat er precies gaat gebeuren. Dan zien we ineens dat de VVD in de rol gaat zitten van voorlichter aan de bevolking. Uiteraard is het prijzenswaardig van de fraktie-voorzitter van de VVD, waar hij kennelijk meent dat het besluit inderdaad overhaast is genomen óf dat de wethouder en de ambtenaren er niet in zijn geslaagd om die voorlichting voldoende te geven, dat hij meent vanuit zijn fraktie daar in te moeten springen om dat te gaan doen, maar dan rijzen er een aantal vragen. Waarom loopt dit zo, waarom werkt de VVD niet mee aan een besluit vorming na overleg door het gemeentelijk apparaat? De vragen die dan ontstaan in de richting van het college heb ik u gesteld. Met name hoop ik dat u ons kunt verduidelijken wat de rol van een ambtenaar is bij zo'n, door een politieke partij georganiseerde, voorlichtingsbijeen komst en mogen we ervan uitgaan dat alle politieke partijen straks ambtenaren kunnen gaan inschakelen bij politieke bijeenkomsten? Wethouder OUDEMANSU heeft de vragen voor u en ik kan ze dus puntsgewijs en onder nummer behandelen. Het antwoord op de le vraag is 'ja' het antwoord op de tweede vraag is eveneens 'ja' en het antwoord op de derde vraag zou ik graag wat uitgebreider doen. Het antwoord is om te beginnen 'ja', het college is van mening dat het overleg vanuit de normale voorlichtings- en overleg organen op goede wijze is gevoerd. Het gaat met name over de invoering van de containers voor de flats en de etage-woningen en ik heb mij persoonlijk van de voortgang van die voorlichting op de hoogte gehouden. De procedure daarbij was de volgende: nagaan wie de eigenaar of beheerder is van de betreffende blokken en vervolgens nagaan of er een bewoners- of huurders vereniging is; daarna de kaarten met daarop aangegeven de plaats waar de containers zouden komen aan de beheerders/eigenaars voorleggen -dit zijn er totaal 79 geweest, waarvan een aantal met meerdere lokaties-. In het algemeen ging men akkoord en in een aantal gevallen werden in dat gesprek wijzigingen overeengekomen. Een uitzondering daarbij vormde de Boogmij, die geen overleg wilde. Aanvankelijk was ook niet bekend of er een bewonersvereniging bestond, die informatie kregen wij niet van de Boogmij. Achteraf is gebleken dat dit wel in het groene boekje van de gemeente stond, maar dat was op dat moment niet bekend. Met het -eventueel gewijzigde- voorstel hebben wij contact ge zocht met de bewoners- of huurdersvereniging, c.q. bewoners. Een uitzondering

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1985 | | pagina 279