- 9 - 18 november 1985 de verkiezingen van volgend jaar wel geen politieke aardverschuivingen voor doen. In Flevoland is wel gebleken dat het CDA zich goed heeft weten te handhaven, haar positie zelfs nog iets heeft verbeterd. Hoe volgend jaar de samenstelling van het college van B&W zal zijn, weet ik niet. Maar het CDA is voorstander van een afspiegelingscollege met een collegeprogramma dat zo mogelijk door alle in de raad vertegenwoordigde partijen wordt onderschreven. Bij de aanvang van deze raadsperiode is onder andere overeengekomen dat de raadsleden hun vergoeding met 20% zouden reduceren. Ook in deze begroting is daarvan uitgegaan. Dat lijkt mij, mijnheer de voorzitter, wat prematuur, omdat er geen raadsbesluit als zodanig aan ten grondslag ligt voor de periode na deze. Let wel, ik pleit niet voor afschaffing van deze reductie, maar de nieuwe raad zal zelf een zodanig besluit moeten nemen voor de periode 1986- 1990. Naar onze mening zal het college jaarlijks in de nota van aanbieding het programma, waaraan het zich gebonden heeft, moeten evalueren. Immers, de laatste zin van het programma luidt: "Jaarlijks dient een evaluatie van de uitgangspunten van het beleid 1982-1986 plaats te vinden". Onze fraktie, mijnheer de voorzitter, vindt het van weinig politiek inzicht getuigen dat het college in deze nota van aanbieding gemeend heeft zulks achterwege te moeten laten. Bestond daarover binnen het college geen duidelijke eensgezind heid, of moet ik dat uitleggen als: dat heeft voor deze vier maanden geen zin meer. Ik wil daar graag duidelijkheid over hebben, temeer daar deze evaluatie met de raad is overeengekomen. Ik zal me ook wat betreft de nota van aanbieding tot de hoofdlijnen beperken. Als saillant punt uit de nota, licht ik er de gemeentelijke huisvestingsproblematiek uit. Het college vraagt of daarover bij de algemene beschouwingen eens een uitspraak kan worden gedaan. U vraagt of wij akkoord gaan dat u de komende maanden enige ideeën terzake aan de raad zal voorleggen. De CDA-fraktie zal de laatste zijn die u dat recht zal ontzeggen. Wel zeg ik voor alle duidelijkheid-dat een nieuw gemeentehuis -aannemende dat u dat bedoelt- nu financieel niet haalbaar is. Daarom lijkt het ons beter dat u die ideeën maar eens aan de raad in de nieuwe samenstelling voorlegt. Of rijpen er in de boezem van het college plannen om de reserves voor dit doel te benutten? Ik stel het maar vragender wijs. Gelet op de ervaringen in het verleden, verbaas ik mij niet. Hooguit verwonder ik me. In de oktobervergadering van deze raad wierp de fraktievoorzitter van de WD zich al op als kampioen bezuiniger. Vervolgens werd hij teruggefloten, onder meer door ondergetekende. Maar dat alles laat niet onverlet, dat we moeten vaststellen dat bij de aanvang van deze raadsperiode in september 1982 de financiële positie van de gemeente Soest geenszins rooskleurig was. Bij de vaststelling van het beleidsprogramma 1982-1986 is dat door vrijwel alle

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1985 | | pagina 306