- 11 -
18 november 1985
te saneren. Maar ook hier blijkt weer, dat er niets zo permanent is als
tijdelijke belastingmaatregelen bij de overheid. Ik verneem hierover graag
de visie van het college en van de raad. Met de huidige financiële positie
van onze gemeente als uitgangspunt, is het naar onze mening ontoelaatbaar
om de lasten van de burgerij te verhogen. Trouwens, tijdens de raadsverga
dering van oktober j.1. is wel gebleken dat wij daar bepaald niet alleen zo
over denken. Al dient daarbij wel opgemerkt te worden dat de ommezwaai van
de VVD-fraktie getuigt van inconsequent beleid, immers, de invoering van de
mini-container was gekoppeld aan de verhoging van de reinigingsrechten. Maar
dan komt men via een zogenaamd 'open huis' kennelijk tot de ontdekking dat
de invoering van de mini-container niet zon succes was als werd verwacht.
En als doekje voor het bloeden besluit men dan om de voorgestelde verhoging
van de reinigingsrechten maar ongedaan te maken.
Bij de begrotingsbehandeling van vorig jaar dienden wij een motie in om de
afnemers van aardgas iets terug te geven van wat zij -blijkens de hoge winst-
teveel hadden betaald. Door de fraktie van de VVD werd dit afgedaan als een
Sinterklaasspelletje. De fraktie van de PvdA meende -ten onrechte overigens
dat daardoor de ook door ons voorgestane verruiming van het kwijtscheldings-
beleid in het gedrang zou komen. Saillant detail hierbij is, dat de fraktie
van het CDA van het bestuur van de FNV -een met de PvdA bevriende organisatie
een bedankbrief ontving voor de door ons genomen moeite om de woonlasten te
verlichten.Wij blijven van mening, dat de woonlasten van onze burgers kunnen
worden verlaagd door verlaging van het vastrechttarief van het gas. Wij
staan op het standpunt dat een redelijke winst, zoals bij het bedrijf in
Soest het geval is, gezond is en dat die ten goede mag komen aan de algemene
dienst, maar dat de overwinst moet worden aangewend voor tariefsverlaging,
met andere woorden: moet worden terugbetaald aan onze burgers omdat die ten
onrechte van onze burgers is gevraagd. Deze overwinst, mijnheer de voorzitte
bedroeg over de jaren 1982 t/m 1984 respectievelijk 300.000,=, 354.197,=
en 492.432,= Een specificatie van de cijfers heb ik op een aparte bijlage
aan de leden van de raad ter hand gesteld. Gezien de resultaten over de voor
gaande jaren, mag zonder meer ook voor 1985 en 1986 op een hoger resultaat
dan geraamd is worden gerekend, temeer omdat de algemene reserve van het
bedrijf het maximum heeft bereikt. Het is ons inziens onjuist om blijvend
van de burgers meer te vragen dan voor een economische bedrijfsvoering nood
zakelijk is. Het betreft hier een bedrijf dat een monopoliepositie inneemt
en daarvan mag geen misbruik worden gemaakt door meer dan nodig is te vrager
Dan wordt als het ware buiten de wet om een belasting geheven. Heel zwaar
weegt daarbij voor ons -wij hebben dat al een en andermaal in deze raad naa:
voren gebracht- dat door deze politiek van het college de woonlasten van de