- 6 -
21 november 1985
om dit in het openbaar zomaar te zeggen, want ik ben er absoluut van overtuigd
dat Soest boven het gemiddelde zit. Er zou een onderzoek naar moeten komen
en ik weet niet of dat onderzoek dan aan criteria moet voldoen die mevrouw
Meijer ook al in haar hoofd heeft. We kunnen natuurlijk van alles onderzoeken.
Zodra er angst is voor lagere kwaliteit, dan moet dat ook worden aangetoond.
Met betrekking tot het vredesonderwijs hebben wij van de besturen en uit ons
eigen onderwijsveld antwoord gekregen. We gaan dat in de eerstvolgende commis
sie onderwijs bespreken. Op de vraag of het vredesonderwijs apart de aandacht
kan krijgen hebben allen geantwoord dat het onderdeel uitmaakt van de ver
schillende vakken in het totale pakket dat wordt aangeboden.
Heer VISSER: Voorzitter, ik begrijp niet dat de wethouder van onderwijs zo
negatief reageert. Het is fantastisch dat de Japanners hier komen kijken,
maar dat is allemaal uiterlijke schijn. Ik geef u het resultaat van een
test vanachter de deuren, als insider.
Mevr. GREEFHORST: Zijn die testen openbaar, mijnheer Visser?
Heer VISSER: Zo'n test is openbaar, ja.
Mevr. GREEFHORST: Voor de leerkrachten wel, maar ik denk niet dat u dat naar
buiten kan brengen. Dat is slecht voor uw school.
Wethouder MENNE: Voorzitter, mag ik een voorstel van orde doen? Ik zou dit
hier niet willen behandelen, ik ontraad u dat ten zeerste. Mijnheer Visser
zou ik willen vragen om dat in de commissie onderwijs in een besloten ver
gadering te laten zien zodat wij het kunnen bestuderen, in het belang van
het openbaar en ander onderwijs in Soest.
VOORZITTER: Dat zou ik willen ondersteunen, het lijkt mij verstandig. Je
moet met werk en stukken van anderen zorgvuldig omgaan. We kennen de bedoel
de stukken nauwelijks, ook de wethouder niet. Dan is het al heel moeilijk
om erop te reageren. Laten we de zaak eerst in beslotenheid in de commissie
bespreken, dan kan altijd nog bezien worden of het op een andere manier
verder moet. Ik constateer dat mijnheer Visser daarmee akkoord gaat.
Mevr. MEIJER: Voorzitter, wij mogen toch wel onze verontrusting uitspreken
wat het onderwijs betreft. De wethouder zegt nu wel dat het maar om een
artikel in de krant gaat, maar er zijn natuurlijk ook een groot aantal
onderzoeken geweest waarbij bewezen is dat de taal- en leesvaardigheid in
Nederland beneden peil is. Als u beweert dat het in Soest "ooven het gemiddel
de ligt, dan vraag ik mij af of dat dan feiten of veronderstellingen zijn.
We zijn als bestuurder hoofd van de openbare scholen en dan mogen wij toch
wel een onderzoek instellen?
Wethouder MENNE: Het lijkt mij logisch dat ook een dergelijk verzoek betrok
ken wordt bij het overleg waartoe we zojuist hebben besloten.
VOORZITTER: Dan is nu het hoofdstuk cultuur en recreatie aan de orde. Gelet