- 20 -
21 november 1985
VOORZITTER: Ik constateer dat deze motie voldoende wordt ondersteund en
daardoor deel uit kan maken van de diskussie.
Heer VAN GARDEREN: Mijnheer de voorzitter, de post 530.00 en 530.01, de
bijdrage van de gemeente aan de stichting lichamelijke opvoeding en sport
en aan de stichting zwembaden, daar wil ik tegen stemmen omdat ik van mening
ben dat de overheid geen gelden beschikbaar mag stellen die gebruikt worden
om ook op zondag deze sporten te beoefenen. Ik wil niet zeggen dat de mensen
de vrijheid niet hebben om dat te doen, maar ik vind niet dat de overheid
daar geld voor beschikbaar moet stellen.
Verder zou ik het college willen vragen een notitie of een visie te willen
geven op het sportgebeuren in de toekomst, zodat we als gemeente weten wat
we willen behouden en wat we eventueel meer willen doen.
Tenslotte wil ik opmerken dat de bedragen die genoemd worden op blz. 22 van
het beleidsdeel niet in overeenstemming zijn met de bedragen die genoemd
worden bij de betreffende begroting van de stichting zwembaden.
Heer VAN LOGTENSTEIN: Mijnheer de voorzitter, ik wil niet voorstellen om
tegen te stemmen, maar onze fraktie heeft besloten om in ieder geval dit
niet bij de begrotingsbehandeling te betrekken omdat de begroting van de
sportstichting en de stichting zwembaden niet is behandeld in de financiële
commissie, wat ook uitdrukkelijk is vermeld. Wij denken dat het op zich een
zaak is die overwegend formeel moet worden gezien, maar het is toch verstan
dig om dit deel van de begroting buiten de behandeling van deze middag te
houden.
Heer VISSER: U herinnert zich van maandagavond dat ik ook daarom tegen de
sportbegroting stem?
Heer EBBERSVoorzitter, dit komt omdat de wijze van behandeling in de
commissies van deze begroting eigenlijk een beetje uit de hand loopt. Op
een gegeven moment zit je met een aantal punten die onder twee wethouders
vallen. Als iets bijvoorbeeld valt onder sportzaken, dan kun je moeilijk
stellen dat het alleen in de financiële commissie behandeld moet worden.
We hebben geen commissie sportzaken waar dit ook besproken kan worden, dus
je zit altijd met het probleem dat dit over twee kappen loopt. Ik zou ten
aanzien hiervan toch in overweging willen geven de wijze van behandeling
van de begroting te verbeteren, zodat dit soort zaken niet voorkomen.
Heer VAN GELDER: Voorzitter, ik ben het met mijnheer Ebbers eens, wij pleiten
ook al jaren voor een commissie sportzaken. Op dit moment kan ik er toch niet
omheen dat zelfs in de financiële commissie de begroting van de sportstichting
niet behandeld is. Dat is voor ons geen aanleiding om tegen de uitgavenpost
voor de sportstichting in de begroting te stemmen, want dat is het bedrag
dat daar als een soort continuering van het normale beleid voor wordt uitgege'-'