- 38 -
21 november 1985
afgesproken aan de bespreking van het voorstel tot besteding_incidenteel over-
Dat stuk vindt u ook op de agenda, onder punt 2.
Heer VISSER: Voorzitter, in verband :aet die relatiegeschenken heb ik mij laten
overtuigen dat die geschenken ook verkocht worden in het V.V.V.-gebouwtje en
bij de voorlichting van de gemeente. Denkt u daarmee nog een deel van de
8.000,= terug te verdienen? Op zich is 8.000,= aan relatiegeschenken toch
wel veel, maar als er inderdaad weer wat van terug komt, dan heb ik er niet
zoveel moeite mee.
Anders is het met punt 7, verkeersmaatregelen Kerkebuurt. Uit het verslag in
de krant heb ik begrepen dat die mensen daar helemaal niet zo'n behoefte
hebben aan die verkeersmaatregelen. Dan vind ik het zonde om 25.000,= te
besteden aan deze verkeersmaatregelen. Ik begrijp ook niet dat de ambtenaren
die bij de bespreking met de mensen uit de Kerkebuurt aanwezig waren, dat
voorstel zo gaan verdedigen, waarbij door een van de ambtenaren gesproken is
over sluipwegen. Sluipwegen bestaan helemaal niet, dat heb ik ooit eens
geleerd van mijnheer Stam, die vroeger voor het CDA in de raad zat. Hij vond
het onzin om van sluipwegen te spreken, als iemand eens wat af wil snijden
door een andere weg te kiezen dan moet hij dat gewoon doen. Dus laten we
het geld bij punt 7. nog maar even niet uitgeven vanavond.
Heer POTHUIZEN: Voorzitter, voordat ik over dit punt praat, hebben we punt
1. helemaal afgerond?
V00RZITTERAan het begin van de vergadering hebben we afgesproken dat we de
bespreking van alle stukken die aan de orde zijn delen in drie stukken, n.1.
de begroting, de meerjarenbegroting, de aktiviteiten- en investeringsplanning,
de bedrijfsbegroting in de hoofdstukken zoals die staan in dit eerste boek,
dan zouden we punt 2. en punt 3. bespreken en daarna zouden we de formele
besluiten nemen die achter de punten 1, 2. en 3. zitten.
Heer VERHEUSVoorzitter, dan hadden we geen agenda hoeven maken, want daar
wijkt u nu echt vanaf.
V00RZITTERDat heb ik in overleg met u gedaan, ik heb het zo voorgesteld.
Heer POTHUIZEN: Maar zo heb ik het niet begrepen, mijnheer de voorzitter.
Ik dacht dat u met de punten 1, 2. en 3de punten a, b. en c. van agenda
punt 1 bedoelde en dat we dan een afgeronde behandeling van dat eerste
agepdapunt zouden maken.
VOORZITTER: Ik wil wel toelichten waarom het zo gedaan is. Er was een be
grotingsvoorstel en er waren voorstellen in het kader van de aktiviteiten-
een meerjarenplanning, die beter uit incidenteel 1985 zouden kunnen gaan.
Daarom ontstond een aanpassing van de conceptbegroting', vandaar dat ik dit
eerst wilde behandelden, dan weten we precies hoe dit ligt en dan heeft het
automatisch bij de besluitvormipg zijn effekt op de begroting.