- 4 -
20 december 1985
teel hard gewerkt aan het direkt vertalen van het gesproken woord in elek
tronisch geschreven tekst. Binnen 10 jaar is het waarschijnlijk zover. Het
informatietijdperk heeft zijn intrede gedaan en de tijd is, denk ik, niet
ver meer dat ook op het bureau van de secretaris een beeldscherm staat. Er
wordt nu al elders in het land een gemeentehuis gebouwd dat aan 1 op de 3
ambtenaren op de secretarie ruimte voor een scherm verschaft. In Soest zijn
er nu al een stuk of 60. Het gaat er niet om modieus te doen, maar om alert
de ontwikkeling in de administratietechniek te willen volgen. Scherm en
toetsenbord vervangen binnen afzienbare tijd elke schrijfmachine, dat staat
voor veel insiders vast. Juist in het tijdperk Kruitwagen kwam deze belang
rijke automatiseringsontwikkeling ook in onze gemeente op gang. Soest loopt
in Nederland op dit punt zeker niet achter. Kruitwagen heeft open oog gehad
hiervoor en ging, ondanks dat zijn rit ten einde liep, enthousiast met zijn
tijd mee.
De gemeentesecretaris in Nederland zal ook in dat moderne decor een hoofdrol
blijven spelen. Immers, het bijstaan van bestuursorganen betekent in de
eerste plaats de vereiste informatie aanleveren. Het tot stand brengen van
de juiste bestuurlijke informatievoorziening zal dan ook een hoodtaak van
de toekomstige gemeentesecretaris vormen. De heer Kruitwagen verlaat ons op
het moment dat de voornaamste zogenaamde werkprocessen sinds kort in eigen
beheer zijn of worden geautomatiseerd, bijvoorbeeld de grote gesystemati
seerde gegevensverzamelingen bij de sociale dienst, algemene dienst,
bevolking en belasting. En dat is nog maar het begin. De zogenaamde kantoor
automatisering die daarnaast staat, dient zich aan. Dat wil zeggen dat alle
niet-gesystematiseerde informatie, zoals brieven, adviezen en dergelijke,
ook automatisch verwerkt zullen kunnen worden. Het gereedschap van de secre
taris zal bestaan uit een communicatienetwerk voor data, tekst, beeld en
geluid. We moeten ons dat zo voorstellen, dat over enige tijd de ambtelijke
auteurs, de secretaresses, de typekamermedewerkers, het archief en de druk
kerij in één circuit met elkaar verbonden zijn. Ik kan me een zeker gevoel
van spijt bij de heer Kruitwagen voorstellen, deze ontwikkelingen niet meer
van nabij te mogen meemaken. Want ook de nieuwe informatietechnologie heeft
zijn groeiende belangstelling. Mogelijk kan hij als gecommitteerde voor
examens van hogere bestuursambtenaren nog eens wijzen op de naar mijn
mening grote toekomst die voor de juridische studie is weggelegd, om snel
en doeltreffend in de opkomende -bijna niet te beheersen- zee van informatie
hoofd- en bijzaken van elkaar te kunnen blijven scheiden, om de kern van
benodigde gegevens te vinden en om informatie goed te kunnen selecteren. De
juridische opleiding in het algemeen in Nederland zou hiervoor naar mijn
mening oog moeten krijgen en aangepast moeten worden. Een toekomstig artikel
