20 december 1985
(bijlage)
dat alle goeie dingen die vanmiddag tegen u, mijnheer en mevrouw Kruitwagen,
gezegd zijn niet door mij herhaald zullen worden, maar dat die geacht
moeten worden ook door mij te worden ondersteund. Slechte dingen zijn er
niet gezegd, dus daar hebben we geen problemen mee.
Het vak van gemeentesecretaris wordt -althans in de vakbladen, daarbuiten
wordt er niet zoveel over gezegd- vaak beschreven op een heel merkwaardige
manier. Als je zou zeggen: een gemeentesecretaris heeft twee oren nodig om
goed te kunnen horen (bestuur en ambtelijk apparaat)dat wordt nooit gezegd.
Een gemeentesecretaris heeft goede ogen nodig om te zien waar problemen zijn;
dat wordt nooit gezegd. Een gemeentesecretaris heeft twee benen nodig; dat
wel. Hij staat met één been in de ambtelijke organisatie en hij staat met
één been in het gemeentebestuur. Niet óp het gemeentebestuur, maar fn het
gemeentebestuur. Ik heb het recht, althans het voorrecht, mijnheer Kruit
wagen, om namens dat ene been, de ambtelijke organisatie, wat te zeggen.
De tijd is kort, dus ik doe het maar met steekwoorden. Als ik uw funktioneren
in de afgelopen periode mag typeren vanuit het ambtelijk apparaat, de mede
werkers daarin, dan vind ik dat een leuke bezigheid, want het is een heel
positief beeld. Inzet, deskundigheid, snel doorzicht (je kon daar in die
kamer komen met een moeilijk probleem, dan werd er meteen op gereageerd,
niks geen voorbereiding, mijnheer Kruitwagen wist waar het punt zat),recht
vaardig, met een open deur (je kon er terecht), luisterend. In de tijd van
mijnheer Kruitwagen is ook de M.Z.C. opgezet, dat is ook denk ik toch wel
aardig om vanuit het personeel te zeggen. In het begin gaf dat best problemen,
we moesten wennen aan elkaar. Ik mag nu toch zeggen dat het gewenningsproces
achter de rug is en dat er een stuk wederzijds respekt, waardering is. Ook
de variabele wertijden zijn uit uw tijd. Ik mag zeggen, dat is dan iets van
serieus nemen van de collega's, die kunnen daar prima mee omgaan, gewaar
deerd. Het beeld is natuurlijk niet altijd juichend geweest, al sta ik hier
allemaal aardige, positieve dingen te zeggen. Het botste ook wel eens, maar
als ik alles optel dan hebben we een gemeentesecretaris gehad, dames en
heren, waar het personeel in alle geledingen -een enkele uitgezonderd, maar
toch in alle geledingen- veel waardering voor had, waar gezag van uitging,
die als een goed huisvader -merkwaardige term - is opgetreden. Het was
funktioneren in een glazen huis (als u het gemeentehuis bekijkt dan zou u
dat niet zeggen, maar toch), kwetsbaar, midden in het publiek. U heeft mij
wel eens een aardige anekdote verteld. Een arts had allerlei klachten over
hoe het op het gemeentehuis ging en u heeft gezegd: jij hebt makkelijk
praten, want jouw fouten liggen onder de groene zoden, maar de mijne staan
in de krant. Van het glazen huis komt ik even op de huisvesting. U heeft
- 3 -