- 10 -
28 februari 1985
Heer VAN GARDEREN; Mijnheer de voorzitter, de wet op het basisonderwijs heeft
tot doel om de kleuterschool en de lagere school te integreren. Juist door
een eenhoofdige leiding aan te stellen kan dit op zijn best gediend worden.
Wanneer je voor een tweehoofdige leiding zou kiezen, dan zal dat erop neer -
komen dat het hoofd van de lagere school en het hoofd van de kleuterschool
gekozen wordt.dat zou een goede integratie niet bevorderen. Het is beslist
noodzakelijk,om de integratie van beide scholen goed te kunnen laten verlopen,
dat er een eenhoofdige leiding is. Dat dit allemaal mannelijke kandidaten zijn
komt,omdat ze voorgedragen zijn door de medezeggenschapsraden. Het zou niet
juist zijn om uit emancipatorische overwegingen voor een tweehoofdige school
leiding te kiezen. De medezeggenschapsraden hebben de kans gekregen om een
vrouw te kiezen, maar hebben dat niet gedaan.
MevrBLOMMERSVoorzitter, ik denk dat het principieel onjuist is als je
uitgaat van het feit dat een adjunkt-direkteur en een direkteur samen verant
woordelijk zijn voor het beleid, dus als je als adjunkt-direkteur werkelijk
in staat bent de direkteur te vervangen, je niet het recht krijgt om die
titel te voeren als er nog geen calamiteit heeft plaatsgevonden. Op dat
moment heb je allebei de verantwoordelijkheid en hoe je die taak verder ver
deelt is een zaak voor de schoolleiding zelf. Als we het college-voorstel
volgen krijgen alle mannelijke direkteuren een vrouwelijke adjunkt-direkteur,
want dat is het gevolg van de wet. Iemand die wel door ons in staat wordt
geacht om adjunkt-direkteur te zijn, achten wij ook in staat om direkteur
te zijn. Dit aspekt is misschien door de landelijke ontwikkelingen in de
medezeggenschapsraden nog niet uitputtend genoeg besproken en daarom steun
ik de motie Visser.
Heer VAN DER KLINK: Voorzitter, we hebben het hier over integratie en hoe be
reik je dat nu het beste? Er wordt nu de suggestie gewekt alsof de organisa
tie bepalend is voor de integratie. Dat is een misvatting; de mensen in het
veld moeten het doen. Als die het goed doen en het met elkaar kunnen vinden,
dan bereik je resultaten. Als mensen in deze overgangsfase met elkaar vinden
dat dit in hun situatie de beste oplossing is, laat ze het dan ook zo doen.
Zij moeten het werk voor 80% doen en de laatste 20% is dan misschien de
integratie, of je één- of tweehoofdige leiding neemt. Blijkt, dat het niet
goed gaat, dan kun je alsnog veranderingen aanbrengen.
Wethouder MENNE: De minister heeft een bevoegdheid, waarvan hij aanvankelijk
dacht dat die bij hem hoorde, toch bij nader inzien op juridische gronden
bij de verschillende besturen van de scholen gelegd. Mevr. Meijer vroeg of
het dan niet juist zou zijn als de schoolteams, de medezeggenschapsraden de
gelegenheid zouden hebben om daarop te reageren. Wij hebben een bepaald