- 11 - 28 februari 1985 systeem en dat zou gedurende een week of vier kunnen plaatshebben. De brieven van de medezeggenschapsraden die in de leeskamer lagen, moeten ook niet onderschat worden en gedragen worden door de medezeggenschapsraden. In het onderwijsveld zijn we al een jaar met deze materie bezig, wat zo'n driekwart jaar geleden uitmondde in een standpunt van het college. Dat is ook bekend gemaakt door het college in maart. Daarop is eerst begin december gereageerd in negatieve zin door de Weth. de Haanschool, die de eerste keuze had laten vallen op een tweehoofdige leiding. Mijnheer Visser heeft in de commissie tweemaal gesproken voor eenhoofdige leiding. Pas de derde keer kwam hij daarop terug, nu de minister iets naar voren heeft gebracht dat in zijn kraam te pas kwam. Dat is een draaitol- wijze die ik niet kan accepteren, omdat het hier om principiële dingen gaat. Het gaat hier niet om de werkgelegenheid en ook niet in de eerste plaats om het emancipatorische. In het kader van bevoegd gezag en van het besturen van scholen zie ik dat secundair. Het gaat om het kind en het onderwijs. Een eenhoofdige leiding is integratie-bevorderend en een teken van progres sief beleid. Mijnheer Van der Klink heeft gezegd dat we altijd nog terug kunnen als het niet goed gaat, maar daar moeten we het niet op aan laten komen. Het college meent dat we het onderwijs rechtlijnig duidelijkheid moeten bieden, zowel voor de ouders, als voor het bestuur, maar ook voor de kinderen. Eén hoofd bevordert de eenheid, de integratie. Twee direkteuren aan één school kunnen die doelstelling juist tegenwerken, omdat ieder het eigen werk blijft doen. Het team weet bij eenhoofdige leiding wie de direk- teur is en wie aanspreekbaar verantwoordelijk is, de eind-verantwoordelijk heid heeft. Goede afspraken en taakverdeling kunnen worden vastgelegd in het schoolwerkplan. Het bestuur en ouders moeten duidelijk weten wie er direkteur is. De school is duidelijk niet gediend met een direkteur die tevens ondergeschikte is. De grootte van het schoolteam is te overzien en als zodanig is het uit een oogpunt van management ook niet noodzakelijk dat er meerdere direkteuren zijn. Wat het emancipatorische aspekt betreft, is de verhouding zoals die in de raad bestaat, bijna gelijk aan die in het onderwijsveld. Heer VISSER: Mijnheer de voorzitter, de wethouder zegt dat we de brieven van de medezeggenschapsraden niet moeten onderschatten. Hij vergeet, dat daarvoor de brief is uitgegaan van het college naar de scholen dat al vaststond dat het college een eenhoofdige leiding wou. Wethouder MENNE: Het onderwijsveld is ook op de hoogte van de procedure. De commissies en de raad zouden na verloop van tijd besluiten, een wethouder heeft helemaal niet zoveel te zeggen. De raad beslist uiteindelijk.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1985 | | pagina 60