- 7 -
21 maart 1985
Heer VERHEUS: Mijnheer de voorzitter, er blijkt nu dat er van alle kanten
toch nog wat vraagtekens zijn. Ik wil het verzoek wel ondersteunen om het
aan te houden, als dat kan, omdat dit niet de plek is om redaktionele
wijzigingen in het voorstel aan te brengen.
Wethouder PLOMP: Er is mij vanavond door een woordvoerder van het M.K.B.
slechts één opmerking over het voorstel toegediend, namelijk dat men met
betrekking tot de communicatie eigenlijk de vrijheid zou willen hebben om
de zondag ook in het hele gebeuren mee te nemen, zodanig dat daarmee
eigenlijk weer teruggekomen wordt op het oorspronkelijke voorstel, waar
wij de zondag in hadden gezet, plus de le kerstdag, uiteraard binnen de
wetsartikelen van de zondagswet. Als we in dit voorstel de zondag toe
voegen binnen de mogelijkheden die de zondagswet ons biedt, dan denk ik
dat de M.K.B. en de middenstand volledig tevreden is. Als u met dit
voorstel akkoord zou gaan, dan zou alleen op de plaats waar de zondag
niet staat, die worden neergezet en op de plekken waar mogelijkerwijs
in de tekst verwarring zou kunnen ontstaan, zou die kunnen worden aange
past en dan zou het voorstel bij wijze van spreken vanavond nog verder
kunnen. Als u zegt dat er mogelijk nog meer zaken een rol spelen, dan
is er geen bezwaar tegen om de zaak uit te stellen.
Heer KRIJGER: Als ik de kleine ingreep die mijnheer Plomp voorstelt goed
begrijp, dan is dat eigenlijk maar één woord schrappen in de redaktie,
daarmee hou je 10 zondagen over, maar B&.W zullen bepalen welke dagen dat
worden. Dat is een kleine redaktionele wijziging, die we wel kunnen
accepteren.
Heer VERHEUS: Mijnheer de voorzitter, onze fraktie hebben signalen bereikt
dat het zou gaan om beurzen en manifestaties van de middenstand, niet
zozeer om het openhouden van individuele winkels op zondag. Dat maakt toch
een duidelijk verschil. Als het college nu voorstelt om die redaktie-
wijziging aan te brengen, dan is het toch wat genuanceerder dan nu door
het college bij monde van de wethouder wordt gebracht. Daarom zouden wij
het voorstel ook een maand aan willen houden, dan kunnen we het nog eens
rustig bekijken.
Heer POTHUIZEN: Voorzitter, de diskussie die nu gaat ontstaan, had ik dus
eigenlijk naar de commissie willen laten verhuizen. Ik kan met het voorstel
van de wethouder, als het zo eenvoudig te regelen is, wel leven. Ik dacht
dat het moeilijker zou zijn en uit dien hoofde heb ik uitstel gevraagd.
Heer VAN GARDERENMijnheer de voorzitter, ik had mij voorgenomen niets
te zeggen, want het voorstel ligt mij heel goed, maar ik zou u toch willen
vragen om het voorstel aan te houden en nogmaals te bespreken in de commissie.