5
- 15 -
18 april 1985
construc-
lekhouden
l doel had
it deze
e ter
ingri jk
moeten
naar
sre punten
jn er
Lgen met
ak van ons
voorzi tter
poli tie-
wijze waarop
e iets bre-
Van Gelder
ons opge-
;itter heeft
istwerk.
st ten laste
daar kan
is, dan
ian dat men,
geen haal-
Crijger er
aval vind
an elke
rvoor
t feit dat
e bij zoiets
Heer RIBBINK: Voorzitter, u bent toch degene die de sterkte van de commissies
de laatste keer uitvoerig onder de aandacht heeft gebracht en die heeft aan
gezwengeld dat de grote partijen in die zin een stuk democratie moeten laten
liggen ten behoeve van de kleinere. De opmerkingen die u nu maakt zijn
misschien wel terecht, maar als er in een vergadering gesproken wordt, laat
u de verhouding tussen de grote en kleine frakties niet meetellen.
VOORZITTERU vergist zich, ik heb niet zolang geleden in de commissie a.b.z.
en welzijn, toen mijnheer Krijger aandacht vroeg voor het feit dat ik mij zou
moeten realiseren dat hij sprak namens een zeer grote fraktie, gezegd dat
ik mij dat natuurlijk realiseer, maar dat in die commissie iedereen een stem
heeft, met andere woorden, dat elk stemgeluid evenveel waarde heeft.
Heer VERHEUS: Voorzitter ik wil via u een opmerking naar mijnheer Van Gelder
maken. Onze fraktie en de WD-fraktie zouden volgens mijnheer Van Gelder wel
voor het politiebureau zijn, maar met zoveel hangen en wurgen dat het erop
lijkt dat wij de zaak een beetje voor ons uit hebben willen schuiven. Ik wil
hem er op wijzen, dat we bij het starten van deze raad in 1982 met uitzonde
ring van D'66 een programma voor het college hebben opgesteld, waarin uit
drukkelijk ook een financiële paragraaf is opgenomen. Daarin is bovendien
uitdrukkelijk opgenomen dat we alleen nieuw beleid zouden vormen als de
ruimte er was of, wanneer die ruimte er niet zou zijn, als we door verschui
ving van taken nieuw beleid zouden kunnen creëren. Dan moet mijnheer Van
Gelder ons niet gaan verwijten dat we een wat gekunstelde constructie geko
zen hebben, terwijl we een heel eenvoudige boekhoudkundige constructie hadden
kunnen kiezen.
VOORZITTERIk stel voor de diskussie- nu te beëindigen. Ik constateer, dat
alle frakties in deze raad het politiebureau-besluit nu wensen te nemen. Dat
is een hoogtepunt en daar wil ik het volgende aan toevoegen:
Nu de gemeenteraad, na 30 jaar diskussie, plannen, lapmiddelen en uitstel,
een definitieve beslissing heeft genomen, mag voor Soest van een historisch
besluit worden gesproken. Uw opdracht aan mij bij mijn installatie was zo
snel mogelijk een politiebureau en een gemeentehuis te helpen verwezenlijken.
Ik meen dat ik mij daar tot op de dag van vandaag aan houd. Mijn streven is
er vijf jaar lang op gericht geweest in een eenstemmigheid dit te bereiken.
In december heb ik nog uitdrukkelijk gezegd dat ik hoopte dat deze hele
raad eenstemmig dat besluit zou nemen. Nadat in juni 1980 in deze raad bijna
eenstemmig was besloten een struktuurplan voor gemeentehuis en politiebureau
aan de Dalweg te maken, werd dat een driekwart jaar later in deze raad in
eensgezindheid vastgesteld. Soest was voordien over centrumplannen sterk
verdeeld, het regende in die tijd bezwaarschriften. Dat is voorbij. Wel