29 mei 1986 - 18 - tot deze rijwielpaden en wandelpaden. De recreatienota van het CDA heeft hier min of meer ook al om gevraagd destijds. Ik begrijp daarom niet waarom er nu ineens procedurele moeilijkheden op onze weg worden gegooid om dit weer tegen te houden. Ik ben er grandioos voor om nu uitvoering te geven aan dit raadsvoorstel en op een zo kort mogelijke termijn. Heer MEILOF: Voorzitter, wij zijn van harte voorstanders van het feit dat daar een schitterende fietsroute komt. Het is een heel mooi en geschikt terrein daarvoor. Ik zit eigenlijk met de vraag die mevrouw Stekelenburg aangaf, de mogelijkheid waarmee een combinatie te maken is die blijvende bruikbaarheid voor het landbouwverkeer mogelijk maakt, wat mijns inziens essentieel is, en het gebruik door de fietsers. Als het denkbaar is dat dat nu in dit voorstel opgenomen wordt dan kan ik voor dit voorstel stemmen. De verzekering dat er voor het landbouwverkeer geen barrières komen of blijven, zodat ze lange routes om moeten rijden zou meegenomen moeten worden, anders moet ik met de heer Van den Breemer meestemmen. Wethouder VAN LQGTENSTEIN: Inderdaad zijn er op het punt van de uitvoering een tweetal kleine vraagtekens te stellen. Dat is de uitkomst van de inspraak over de Zuidelijke Eng, de bestemmingsplanprocedure. Verder is dat de eigen domsverhouding en de rechten van overpad die nog niet volledig duidelijk zijn. Ik heb wel de intentie om u te verzoeken dit krediet wel te voteren vanavond. Een deel van de uitvoering wil ik dan afhankelijk laten zijn van de uitkomsten van de inspraak-avond volgende week en van het onderzoek dat wij zullen doen naar de eigendomsverhoudingen. Ik denk dat we dan met elkaar een goede afspraak maken en zo gauw het realiseerbaar is en legaal helemaal verantwoord, zullen we het stuk tussen Kolonieweg en Parklaan ook aanleggen. Mevrouw Stekelenburg noemde de stortplaats van de plantsoenen dienst. Die is niet bij het Enghenbergsteegje bij de grafheuvel. Het is er wel in de buurt maar toch een eind er vandaan. Ik zal nog eens laten bezien wat we daaraan zouden kunnen doen. Heer VAN DEN BREEMER: Voorzitter, ik heb nog helemaal geen antwoord gekregen van de wethouder ruimtelijk ordening en naar mijn mening is hier duidelijk een r.o.-aspect aan de orde, met name als het gaat om de inspraak op een bestemmingsplan. Dat kan denk ik niet afgedaan worden met te stellen dat er alsnog overleg gepleegd zal worden. We hebben destijds een nota vastgeste.1 waarin de inspraak geregeld is bij bestemmingsplannen en bestemmingsverande- ringen. Iedere burger heeft het recht om op gelijke wijze behandeld te worden, waarbij de normale procedurele weg bewandeld kan worden. Ik voorzie grote problemen met als gevolg dat de uitvoering nog veel langer uitgestel® moet worden, als er geen zorgvuldige procedure gestart wordt. Wethouder PLOMP: Voorzitter, het is natuurlijk wel zo dat de structuurschet; van De Eng enige tijd geleden aan de orde is geweest in de commissie r.o. en dat toen ook duidelijk is gesteld dat het zinvol was om de fietspaden daar aan te leggen. Deze zaak is dus vanuit de ruimtelijke optiek al veel eerder aan de orde geweest, ook in openbare vergaderingen. Op dit moment is dan wel de inspraakprocedure van de Zuidelijke Eng een dezer dagen te verwachten, maar u moet er wel rekening mee houden dat dit slechts een deel is van het totaalgebeuren. Er zal dus een mogelijkheid zijn om ter gelegenheid van die inspraak ons nog wat mee geven. Voor de rest denk ik dat hetgeen mijn collega heeft gezegd duidelijk mogelijkheden biedt om dit krediet op dit moment te voteren, waarnaast wij kunnen afwachten wat de inspraak Zuidelijke Eng ons nog meegeeft. Maar het is maar een deel van het totale fietspadgebeuren. Heer POTHUIZEN: Ik heb het maar even zo beschouwd, voorzitter, dat u iets

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1986 | | pagina 113