19 juni 1986
- 16 -
amendementen.
Heer KRIJGER: Daar is met ons niet over te praten.
Heer BAKS: Mijnheer de voorzitter, ik heb van wethouder Kingma nog geen
antwoord gekregen op de vraag waarom rond dit voorstel geen advies is gevraagd
aan de commissie welzijnsplanning. Ter mededeling: wij stemmen tegen de
motie van mevrouw Tomassen en tegen die van mevrouw Meijer. Daarbij wil
ik aanvoeren dat wij, evenals de heer Krijger vinden dat dit soort zaken
die structureel zijn terug moeten komen bij de begrotingsbehandeling en
in een totale afweging mee gewogen moeten kunnen worden. Anders zetten
we aantal instellingen -in dit geval één- in een voorkeurspositie ten opzichte
van andere zaken. Daar zijn wij niet voor.
Heer VAN GELDER: Mag ik mijnheer Baks er misschien even op wijzen dat hij
het niet goed begrepen heeft. Het amendement dat door ons is ingediend,
is niet structureel. Juist omdat wij uw argumenten met betrekking tot
het structureel zijn onderschrijven, hebben wij ervoor gekozen om het amende
ment in deze zin in te dienen. Als u dat ontgaan is, dan zou ik u in overwe
ging willen.geven om binnen uw fraktie met dit gegeven onze motie nog eens
te heroverwegen.
Heer BAKS: Als ik daar even op mag reageren, mijnheer de voorzitter, dat
is ons niet ontgaan dat het niet structureel is, maar wel dat het verder
gaat dan het collegevoorstel en een bepaalde inhoudelijke inhoud geeft
aan C-drie voor 1987. Ook dat vinden wij thuishoren bij de begrotingsbehan
deling.
Heer POTHUIZEN: Mijnheer de voorzitter, ik heb in mijn eerste instantie
gezegd dat ik zou willen uitgaan, nog één jaar, van een ongewijzigde bastel-
ling. Dat zou met zich meebrengen, afhankelijk van uw reactie, dat ik uan
wellicht ook nog een motie zou hebben willen indienen, in dit geval dan
voor de tijdsduur van één jaar. Ik zie hoe de kaarten liggen, ik zie dat
het weinig zinvol is om dat te doen. Dat betekent dat ik mij als volgt,
mede namens mijn fraktiegenoot, uitlaat. Structurele effecten kunnen wij
ons op dit moment niet permitteren. In die zin zullen wij ons helaas niet
achter de motie van Progressief Soest kunnen stellen. Daarentegen zullen
wij ons gaarne achter de motie van de PvdA stellen, omdat wij menen dat
met de beschikbare middelen die daarvoor nodig zijn, wel iets te regelen is. I
Mevrouw MEIJER: Mijnheer de voorzitter, wij hebben een groot aantal argumenteH
aangegeven waarom wij het belangrijk vinden dat die cursuscoördinator zeker
tot 1 juli aangesteld moet worden. Ik zou er eigenlijk niets aan willen
toevoegen. Ik zou het college willen vragen, voordat wij gaan besluiten,
wat de consequenties zijn voor het bestuur van C-drie. Ze zijn in de commissii
welzijn geweest en in de commissie financiën en ze hebben duidelijk aangegevfl
dat zij die financiële middelen nodig hebben om goed te kunnen functioneren.
De raad heeft de opdracht gegeven het inhoudelijk model uit te voeren.
Ze zijn nu tot de conclusie gekomen dat dat met die middelen niet te doen i.c I
Ik vraag mij af of u toch nog eens goed wilt nadenken wat voor consequentif I
dat kan hebben, als wij deze cursuscoördinator niet honoreren, tot zeker
1 juli 1987. Wat het structurele aspect betreft, weten wij ook wel dat het c I
dit moment moeilijk is met de financiën van Soest. Daarom hebben wij ook
gezegd: laten we het tot 1 juli 1987 bekijken, dan kunnen we altijd nog
zien of het structureel moet zijn of dat er een verlichting is in de werk
zaamheden van de directeur. Ik zou toch willen voorstellen om in de volgeni t
raadsvergadering met een nieuw voorstel te komen over de cursuscoördinator.
Mevrouw TOMASSEN: Mijnheer de voorzitter, het voorstel dat nu voor ons